Vanwege de slechte economische situatie tussen 1880 en 1920, ging bijna driekwart van de Friese bevolking elders werk zoeken. Veel Friezen vonden in Amsterdam werk als ambtenaar, politieman, onderwijzer, dienstbode of handelaar. Hendrik Voordewind uit Leeuwarden had net zijn HBS-diploma in zijn zak, toen hij omstreeks 1911 een advertentie las waarin Friese jongens werden opgeroepen te solliciteren bij de Amsterdamse politie. Amsterdam groeide in hoog tempo en er was een schrijnend tekort aan politiemensen ontstaan. Voordewind reageerde op de advertentie en werd aangenomen. In een overvolle stoomboot van de Holland-Frieslandlijn reisde hij van Lemmer naar Amsterdam. Voordewind maakte carrière in een tijd waarin grote sociale onrust heerste. Bij stakingen en rellen trad het politiekorps hardhandig op. Voordewind werkte als inspecteur, later werd hij benoemd tot hoofdinspecteur van de recherche. Na zijn pensioen schreef hij zijn memoires.