In het Amsterdamse Burgerweeshuis maakten 'wezenpenningen' eeuwenlang deel uit van de dagelijkse gang van zaken. Er waren boodschappen- en werkpenningen, die dienden als bewijs van toestemming om de weeshuispoort uit te mogen.
Een boodschappenpenning werd aan een kind meegegeven als het de taak had een boodschap te doen in de stad; dit gebeurde dan in opdracht van bijvoorbeeld de ‘moeder’ van de keuken of een andere werkplaats in het weeshuis. In dit geval is dat de linnenwinkel.
De werkpenningen werden gebruikt door de jongens vanaf een jaar of 12, die in de stad in de leer gingen voor een beroep. Het kon hierbij gaan om ambachten als timmerman, smid of bakker. ( Frans Oehlen)
Amsterdam Museum, bruikleen van Stichting Het Burgerweeshuis - Rooms Catholiek Jongens Weeshuis