Een fles melk staat naast een wit-blauwe mok op tafel, erbij liggen een appel en twee boterhammen op een plastic boterhamzakje. Het mes ernaast wekt de indruk net gebruikt te zijn om de boterhammen te smeren of snijden. Het is lunchtijd, twaalf uur om precies te zijn, op 24 juni 1954 als Riek Milikowski-de Raat deze maaltijd in het voor haar typerende krachtige realisme vereeuwigd. Op dat moment is ze met haar tweede man, de socioloog Herman Milikowski, net verhuisd naar Leiden, waar Riek indringende portretten van de bewoners van volksbuurten tekent. Zou dit haar eigen lunch zijn of dat van één van haar modellen? ( Sarah Remmerts de Vries)