Deze zilveren penning is gegoten ter gelegenheid van de mislukte belegering van Amsterdam door Willem II in 1650. De penning verwijst naar de staatsgreep van Willem II van Oranje (1626-1650), stadhouder van Holland, die samen met de stadhouder van Friesland probeerde in het machtsvacuüm te treden dat na de Vrede van Münster (1648) ontstaan was. Een verrassingsaanval op Amsterdam mislukte, maar Willems staatsgreep slaagde gedeeltelijk. Hij overleed echter datzelfde jaar nog aan pokken, waarna het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) volgde. De voorzijde van de penning toont schepen liggend in het water voor Amsterdam. Daarboven steekt een hand met gebalde vuist uit de wolken, onder het wapen van Amsterdam met een banderol, waarop de volgende tekst te lezen is: 'Ons hert en hand is voor het land'. Op de keerzijde was ooit een afbeelding te zien, die door slijtage gedeeltelijk onzichtbaar is geworden. ( Sarah Remmerts de Vries)