Voorzijde: hand die brandende toorts omhoog houdt, van waaruit een naar beneden gerichte stralenkrans; op de achtergrond gebouwen van de Zuidergasfabriek in Amsterdam; met randschrift en linksonder merk. Keerzijde: palm- en lauwertak.
In september 1912 werd in Paleis voor Volksvlijt de Internationale gastentoonstelling georganiseerd. Op de voorzijde van deze prijspenning is een hand afgebeeld die een brandende toorts omhoog houdt. Uit de toorts komen stralen die neerdalen op de gebouwen van de Zuidergasfabriek in Amsterdam. Rond 1900 was Amsterdam voor zijn energievoorziening grotendeels afhankelijk van steenkool, waarmee kolengas werd geproduceerd en wat later ook elektriciteit. Het kolengas werd gebruikt voor gaslampen, koken en verwarming. Einde 19de eeuw waren in Amsterdam twee grote gasfabrieken gebouwd: de Westergasfabriek en de Oostergasfabriek. De stadsuitbreidingen van die tijd maakte het noodzakelijk om een nieuwe gasfabriek te bouwen, omdat de andere fabrieken de vraag niet meer konden bijbenen. In 1906 begon de bouw van de Zuidergasfabriek en in 1913 was hij in bedrijf. ( Judith van Gent)