Boordgeld was een noodbetaalmiddel na de invoering van de geldzuivering direct na de Duitse bezetting. De munten of biljetten waren gemaakt om te betalen aan boord van internationale scheepvaart. Deze zinken penning had een waarde van 100 cent en kon worden ingewisseld bij de N.V. Stoomvaart Maatschappij "Nederland". Op de rand is het motto van de SMN te lezen: ‘Semper Mare Navigandum’(de zee moet steeds bevaren worden). ( Judith van Gent)