Ensemble, bestaande uit een jurk van zwarte wollen crêpe met bijbehorende hoed. De jurk is ontworpen door Frank Govers en de hoed door Harry Scheltens. Zwarte schoenen (pumps) in een schoenendoos (Panara). Inclusief het daarbij gedragen ondergoed: één zwart hemdje en twee zwarte onderbroeken.
Dit ensemble bestaat uit een jurk van zwarte wollen crêpe, ontworpen door Frank Govers, een bijbehorende hoed, ontworpen door de bekende hoedenmaker Harry Scheltens en een paar zwarte suède pumps van het Amsterdamse merk Panara. Het daarbij gedragen ondergoed (één zwart hemdje en twee zwarte onderbroeken) is tevens onderdeel van het ensemble. De japon is in 1988 in de zaak van Govers aan de Keizersgracht 500 te Amsterdam gekocht, voor een bedrag van meer dan 4000 gulden. De boezemlijn van de japon is iets omlaag gezet. De hoed is door de schenkster nooit gedragen, maar gekocht ten behoeve van het ensemble en de collectie waar de japon in terecht zou komen. ( Sarah Remmerts de Vries)
Frank Govers (1932-1997) begon zijn loopbaan in 1949 als etaleur bij een modezaak in Den Bosch. Zes jaar later was hij als zodanig werkzaam bij modehuis Kraus en Vogelenzang in de Kalverstraat in Amsterdam. Met kleermaker Jan Kamphuis opende Govers in 1959 een couturehuis. In 1974 opende Govers zijn eigen couturehuis aan de Keizersgracht. Typerend voor het werk van Govers zijn de flamboyante, theatrale en overdadig gedecoreerde creaties. Govers streefde naar een blijvende waarde in zijn ontwerpen, de waarde die hij bewonderde in het tijdloze werk van voorgangers als Balenciaga en Dior. Door zijn optreden in tv-commercials voor het wasmiddel Robijn werd Govers bij een groter publiek bekend. Met de show Power of Style in de Beurs van Berlage, nam Govers in 1995 afscheid van de modewereld. De laatste jaren van zijn leven ontwierp hij alleen nog voor een kleine vaste klantenkring. (Annemarie den Dekker)
Harry Scheltens (1927-2006) ontwierp op dertienjarige leeftijd zijn eerste hoeden. Hij volgde de kunstacademie in Enschede. In 1953 begon Scheltens als kledingontwerper bij Metz & Co. in Amsterdam, waar hij op het hoedenatelier het vak leerde. Na een paar jaar begon Scheltens voor zichzelf op de Stadhouderskade. Hij leverde hoeden aan onder meer Metz, Hirsch, Ferry Offerman en Frank Govers. Sinds 1972 maakte hij hoeden voor prinses en later koningin Beatrix. De creaties van Scheltens zijn stuk voor stuk handwerk, er komt geen naaimachine aan te pas. De vormgeving is tijdloos en gedistingeerd, met veel aandacht voor detail en afwerking. Scheltens vond de kunst van het weglaten belangrijk. Zijn laatste atelier was gevestigd in een gesloten huis in de Beethovenstraat, waar klanten op afspraak terecht konden. ( Annemarie den Dekker)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 20e en 21e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.