De hoed is van mevrouw Angèle Reichling-Zufang. Haar man, A.J.B.N. Reichling (1898-1986) werd in 1938 privaatdocent en in 1946 hoogleraar taalkunde aan de UvA (toen GU). Hij was Jezuïet (priester), maar verliet de orde om in 1949 te trouwen met de veel jongere Angèle Zufang. Zij woonden in een huis aan de Amsteldijk in Amsterdam.

Zij, opgegroeid in een zeer katholieke familie, vond dat zij zich als hoogleraarsvrouw representatief moest kleden, en moet daar duidelijk plezier in hebben gehad. Ze kocht haar kleding voornamelijk van Ferry Offerman, Frans Molenaar en van Eijlders op de P.C. Hoofstraat. Telkens als ze iets nieuws had gekocht, een pakje of jurk, ging ze naar Harry Scheltens voor een bijpassende hoed. Ze nam het nieuwe kledingstuk dan mee om er een mooie hoed bij uit te zoeken. Scheltens hielp haar dan bij die keuze of hij ontwierp een nieuwe hoed voor haar.

Bij de beige jas van Frans Molenaar droeg ze een luipaard hoed. Deze hoed is waarschijnlijk ontworpen door Frans Molenaar (er zit geen label in). Haar dochter Eva Lloyd-Reichling herrinnert zich dat haar moeder aan Scheltens had gevraagd of hij het niet erg vond als zij een hoed van een ander kocht. Mevrouw Reichling-Zufang bezat minstens zes hoeden van Harry Scheltens. Zij droeg de hoeden, in de periode van 1960-1975, vrijwel alleen bij speciale gelegenheden en om naar de kerk te gaan. Op een foto uit 1968 draagt zij de cocktailjapon van Eijlders Boutique. (Judith van Amelsvoort)