stadsteken stok: andreaskruisen: Amsterdam
jaarletter stok: g: 1766
meesterteken stok: bloem (?): ongeïdentificeerde meester, in cat. H. Keijser 1958 staat Jan de Hoep (?)
bruikleen 2025-10-20
inv.nr. HK 0321 in depot
Zilveren rammelaar, staafvorm met fluit met geciseleerde voorstelling van drie heren met pofbroeken, zittend rond een tafel in een tuin, pijprokend met wijnkannen; tien consoles rondom de as waaraan met bloemen versierde belletjes hangen.
Deze staafvormige zilveren rammelaar heeft op het middendeel een wel heel opvallende voorstelling: drie heren met pofbroeken zitten al pijp rokend in een tuin, omringd met wijnkannen. Toch is het niet zo vreemd als het lijkt. Het roken van een pijp is namelijk een veelvoorkomend thema in de Nederlandse kunst en kunstnijverheid vanaf de zestiende eeuw.
Het begint wanneer in de eerste helft van de zestiende eeuw de Spaanse en Portugese zeelieden de tabaksplant vanuit Midden- en Zuid-Amerika meebrengen naar Europa. Het wordt gepresenteerd als een wonderkruid tegen talloze kwalen, maar het recreatieve gebruik blijft beperkt tot de lagere klassen. Tegen het einde van de achttiende eeuw is het roken met langere pijpen ook geaccepteerd voor de hogere klassen en staat het zelfs voor intellectualisme en een moderne levensstijl.
Tabak en het pijproken duiken al snel op in de emblemata of sinnebeelden, boeken vol met prenten, spreekwoorden en morele lessen. Schilders gebruiken deze wijdverspreide verhalen om verborgen symboliek in hun werken aan te brengen. Zo ontstaat een traditie van het afbeelden van tabak in stillevens, eerst als embleem van de vergankelijkheid van het leven (vanitas) en later van menselijke dwaasheid. Op de genrestukken van bijvoorbeeld Adriaen Brouwer of Jan Steen zijn regelmatig kroegen en beschonken taferelen te zien, waarbij een pijp rokende boer op komische wijze wordt afgebeeld. Verder worden tabak en pijproken ook opgevat als symbolen voor reuk en smaak en met spreekwoorden als 'de pijp uitkloppen' kan de associatie ook seksueel geladen zijn.
In de Sinne- en minnebeelden (1618) van Jacob Cats staat onder meer het gezegde 'Het is slechts rook wat Cupido verkoopt', wat betekent dat de liefde zo mooi kan zijn, maar dat je er niets bestendigs aan overhoudt. Hij geeft ook een religieuze uitleg, met de nadruk op matigheid. De mens moet geen stoffelijke zaken najagen en tevreden zijn met wat God hem aanreikt. Dit laatste zal de morele les zijn die het tafereel van pijprokers op de rammelaar moet meegeven aan het kind, net als een waarschuwing voor de menselijke dwaasheid die het toont. ( Ilja Meijer)