Helder kleurloos glas, helder blauw glas. Platte voet met omgeslagen rand. Basisschijf. Holle geribde stam met vier geledingen en twee schijfjes. Twee lusjes met gekronkelde blauwe glasdraden. Hoge conische kelk.
Zie voor soortgelijke fluitglazen en stamversieringen: Catalogus 1962, p. 22 nr 12; Ritsema van Eck/Zijlstra-Zweens 1993, p. 51 nr 60 afb.; Henkes 1994, p. 218 afb. 35; Mees 1994, p. 64 nr 30 afb. ( Annemarie den Dekker)