De groeiende vraag naar oudheden en het gebrek aan kennis hadden een florerende vervalsingspraktijk tot gevolg. Deze bokaal werd in Willets tijd beschouwd als een vroeg zeventiende-eeuws ‘Venetiaansch werk’. Op de kelk zijn twee portretten van doges weergegeven en als dekselknop fungeert de leeuw van St Marcus, het symbool van Venetië. Abraham Willet gaf het voorwerp in bruikleen aan de grote oudheidkundige tentoonstelling die in 1863 in Delft werd gehouden. Kort daarop nam David van der Kellen jr, een vooraanstaand kenner van oudheden, de bokaal op in zijn plaatwerk Neerlands Oudheden. Wat Willet en zijn tijdgenoten toen niet wisten, was dat het een eigentijds fantasiestuk betrof dat voor de toeristenmarkt was vervaardigd. Bij de bokaal hoort een zilveren schotel die met gezichten op de lagunestad is gedecoreerd (inv.nr KA 4899). ( Bert Vreeken)