In het middenveld van deze verdure is een landschap met kraanvogels weergegeven. Op de voorgrond zijn twee bloeiende struiken te zien. De boorden of randen van het tapijt vertonen onder meer rozen, tulpen en papavers. De randversiering is mogelijk samengesteld naar voorbeelden uit bloemenboeken. Wandtapijten hadden in de 17de eeuw naast een esthetische, ook een practische functie. Men paste ze toe om de warmte vast te houden in de slechts door een haardvuur verwarmde kamers. ( Bert Vreeken)