Het jonge meisje dat deze stoplap gemaakt heeft, wordt op 4 februari 1880 in Amsterdam geboren. Ze is de dochter van Hendrik Jacobus Relander (1839-1918) een ijzergieter uit Loosduinen en Theodora Elisabeth Duijm (*1935) uit Petten. Dit echtpaar krijgt op betrekkelijk hoge leeftijd twee kinderen: stamhouder Hendrik Jacobus (1874) en Jurriana (1880), van wie het museum twee stoplappen in de collectie heeft. Hoe het het gezin vergaan is, is niet bekend. Wel is bekend dat Jurriana de Openbare Werk- en Leerschool voor Meisjes doorliep, waar de meisjes uit de volksklasse leerden handwerken om later in hun onderhoud te kunnen voorzien. Desondanks werd Jurriana boekbindster. Op 1 september 1920 trouwt ze in Gouda met de Haagse weduwnaar Roelof Jacob Vuijk (1872-1947). Haar eerste huwelijk. Ze is dan veertig jaar oud. Haar echtgenoot is dan al twee keer eerder getrouwd geweest; in 1900 met Dirkje Kelder (1874-1910) en in 1911 met Cornelia van Dijk (1883-1918). Het huwelijk van Roelof en Jurriana bleef vermoedelijk kinderloos. Ze zorgden samen voor Hendrik (11 april 1912) en Neeltje (22 juni 1915), kinderen uit Roelofs huwelijk met Cornelia. Jurriana overlijdt in Amsterdam, op 21 januari 1961, twee weken voor haar 81ste verjaardag.

Neeltje heeft de stoplappen van haar stiefmoeder aan het museum geschonken. Het zijn er twee. Deze doek is in opzet gelijk aan een ongedateerde, vermoedelijk eerdere stoplap van Jurriana’s hand: drie rijen van drie stoppen waaronder een hoekstop, een winkelhaakstop (KA 15158) De tweede stop op de eerste rij is vervangen door een sterstop, de stop in het centrum door een kader dat gevormd wordt door twee zuilen. Een jachthond op een ondergrondje, vormt de onderzijde van dit kader. De bovenzijde wordt afgesloten door een groen mandje met daarin de initialen CK en daaronder drie paren: JHR, JER en TED. Het eerste en laatste paar is voorzien van een kroon om het belang van de dragers van deze initialen te benadrukken. Het zijn de vader en moeder van Jurriana - Hendrik Jacobus Relander en Theodora Elisabeth Duijm- die haar eigen initialen flankeren. De C en de K in het mandje behoren Catharina Klinkmeijer toe, haar handwerklerares aan de Openbare Leerschool. De zuilen geven het jaar van voltooiing aan, ANNO 1893. De hoekstop is naar rechts verhuisd.
Jurriana werkte heel secuur met zijden garen op een linnen lap van 32 x 31,5 cm. Haar doek vertoont sterke overeenkomsten met die van Dorothea Christina Dittmer, die op dezelfde leerschool tot stand kwam (KA 1878). Ook zij heeft in het bovenregister een mandje geborduurd met daarin de initialen van haar handwerklerares Catharina Klinkmeijer.
(Suzette van 't Hof)