stadskeur: Minervakop met A
: Minervakop met A (=keurkamer Amsterdam)
gehalteteken: leeuw
: leeuw 1ste gehalte
jaarletter: G: letter G
: jaarletter G=1816
meesterteken: meesterteken DH boven haas in ruit
: DH = Jean Anthoine de Haas
: Bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 52054
winkeliersmerk: winkeliersmerk BENNEWITZ BONEBAKKER
aankoop 1983-03-15
inv.nr. KA 15960.1 in depot
Rechthoekig komfoor van een tafelservies, met gebogen zijden en afgeronde hoeken op vier afgeplat bolvormige pootjes, de onderste helft van ebbenhout. Gladde wand, de onder- en bovenrand met filetranden. Korte zijden met twee oren, elk samengesteld uit twee gebogen steunen, twee ivoren tussenringen en spoelvormige greep. Op komfoor losse bovenplaat met verdiept middenveld waarin gaatjespatroon in de vorm van een bloem.
Herkomst
Vervaardigd in opdracht van de stad Amsterdam als huwelijksgeschenk voor de Prins van Oranje en Anna Paulowna in 1817; veiling De Zwaan, Amsterdam, 15-3-1983, nrs. 425, 428
Deze komforen maken, evenals vijf dienschotels (cat.nr. KA 15960.5/9) en twee dekschalen (cat.nr. KA 15960.3/4), deel uit van het 419-delig tafelservies dat in 1816/1817 werd vervaardigd in opdracht van de stad Amsterdam als huwelijksgeschenk voor de Prins van Oranje, de latere koning Willem II (1792-1849) en Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland (1795-1865), die in 1817 trouwden (De Lorm 2001, p. 260-262 nr. 188, tevens voor verder commentaar).
De komforen zijn in het grootboek van Bennewitz & Bonebakker als volgt omschreven: '8 ovaale Comfooren met plaaten 35 [mark] 11 [lood] 8 [engels] f 1816,2,- [verkoopprijs]'. Uit de werkmansboeken blijkt dat Jean Anthoine de Haas op 7 oktober 1816 betaald werd voor het vervaardigen van de komforen: '7 ovaalen Confooren voor de stad a 62 [gulden] 31 [mark] 6 [lood] 6½ [engels] f 434,- [arbeidsloon]' (geciteerd in: De Lorm 2001~2, p. 263-264). Een exemplaar had De Haas al op 9 september 1816 geleverd, tezamen met acht ronde komforen (vriendelijke mededeling van de heer B.J. van Benthem).
Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit twee identieke komforen (De Lorm 2001~2, p. 263-264 nr. 189). ( Bert Vreeken)