waarborgteken lichaam: A: Minervakop met letter A
: Minervakop met A= keurkamer Amsterdam
gehalteteken onderzijde voetstuk: 1: leeuw eerste gehalte
jaarletter lichaam: Q: jaarletter Q
: jaarletter Q= 1825
meesterteken? lichaam/onderzijde voetstuk: HS: meesterteken met letters H S onder aambeeld in vierkant
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 55183; De Lorm 1999, p. 533/meesterteken HS= Hendrik Smits (ca. 1772[1812-1836] -1841)
winkeliersmerk onderzijde voetstuk: VERSCHUUR: winkeliersmerk met tekst: VERSCHUUR in rechthoek
: bron: Citroen 1975, nr. 877; De Lorm 2001, p. 537-538
opschrift onderzijde basement: 490 W/
opschrift onderzijde voetstuk: 490 W/
aankoop 1988-05-20
inv.nr. KA 18651 in depot
Rond komfoor met geprofileerd voetstuk op drie bolvormige pootjes. Midden voetstuk met rozet. Op voetstuk drie dolfijnen, met hun opgekrulde staarten het komfoor houdend. Komfoor met gewelfd lichaam met spreidende rand, de basis straalsgewijs met godrons. De godrons aan onderzijde komfoor uitlopend in gewelfde, geribde sierknop. Filetranden langs onder- en bovenzijde basement en rand komfoor. Losse binnenbak van roodkoper. Op onderzijde voetstuk is gegrift: 490 W/.
De gegodronneerde bak en de geribde sierknop van dit pijpenkomfoor zijn sterk verwant met een wierookschaal van Hendrik Smits uit 1830 in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam (Ter Molen 1994, p. 314-315 nr. 150).
Dergelijke zware vormen zijn kenmerkend voor veel van het zilverwerk uit de Biedermeierperiode. Stilistisch verwant zijn een paar kastanjevazen uit 1830 door de Fa. Bennewitz & Zonen (cat.nr. KA 19357) en een olie- en azijnstel van de Wed. J.H. Stellingwerff & Van Grasstek uit 1831 (cat.nr. KA 18144). Zie voor een pijpenkomfoor op een zilveren blaadje, in 1806 door Diederik Lodewijk Bennewitz en Jacob Hendrik Stellingwerff vervaardigd: cat.nr. KA 18030. ( Bert Vreeken)