stadskeur binnenrand doos: stadswapen Amsterdam
jaarletter binnenrand doos: E: jaarletter E
: jaarletter E=1739
meesterteken? binnenrand doos: LM: letters L M in monogram
: bron: Citroen 1975, nr.656 ; Voet 1912, nr. 323; De Lorm 1999, p. 519-520/meesterteken staat voor Louis Métayer (onbek. [1730] -1774)
gehalteteken rand deksel/sluitrand doos: 750/000/: gehalteteken voor gouden merken, cijfers 750/000
: gehaltemerk gouden merken sedert 1955
gewestelijk keurteken binnenrand doos: gekroonde leeuw
: gewestelijk keurteken: Hollandse leeuw
aankoop 1991-10-08
inv.nr. KA 19173 in depot
Ovale doos met ingesnoerde wand en cartouchevormig, scharnierend deksel met rechte achterzijde en duimstuk. Profielrand langs onderzijde doos en deksel. Het deksel is gemonteerd met een gegoten camee van roodbruine glaspasta, voorstellende keizer Marcus Aurelius, generaal Claudius Pompejanus en een gewonde barbaar, de keizer om genade smekend temidden van een groep soldaten. Op rand deksel een gedreven voorstelling van een vogel, een konijn en een hond, binnen een omranding van C- en S-voluten, rocailles en bloemen op een geruwde ondergrond.
Herkomst
Kunsthandel Van Ravenstein, Haarlem, 1991, verworven met steun van de Vereniging Rembrandt
De meeste goudsmeden in Amsterdam waren Franse hugenoten, gespecialiseerd in de vervaardiging van snuifdozen, horlogekasten en andere modieuze accessoires. Zij introduceerden de uit Frankrijk afkomstige rococo-stijl in de stad (Baarsen 2001, p. 103). Deze snuifdoos is een vroeg voorbeeld van de nieuwe stijl, die tot uiting komt in het verfijnde drijfwerk van het deksel met voluten, bloemen en rocailles. De cartouchevorm van de doos en het middenstuk in de vorm van een camee zijn echter nog ouderwets. Hierdoor mist de doos als geheel het asymmetrische aspect dat een hoofdkenmerk van het rococo is. Een aan Jean Saint (ca. 1698-na 1769) toegeschreven snuifdoos in het Rijksmuseum te Amsterdam - eveneens uit 1739 - toont deze bewegelijke vormgeving wel (Baarsen 2001, p. 104-105 nr. 30, 31).
De camee is vermoedelijk in Rome of omstreken vervaardigd en in Amsterdam in het deksel van de doos verwerkt. Glaspasta was toen een gebruikelijke vervanger voor de halfedelstenen waar echte cameeën van werden gesneden. De voorstelling gaat terug op één van de reliëfs van de triomfboog van Constantijn de Grote in Rome (312 na Chr.). Waarschijnlijk heeft een munt met dezelfde voorstelling de kunstenaar tot model gediend. De scène kan geïnterpreteerd worden als een 'clementia augusti', symbool van de vergevingsgezindheid en barmhartigheid van de keizer ten opzichte van hen die zich overgeven in de strijd (Hamberg 1945, p. 85-90).
Van de achttiende-eeuwse Amsterdamse goudsmeden was Louis Métayer - die ook zilveren voorwerpen vervaardigde - de belangrijkste (cat.nr. KA 14668). Hij werkte nauw samen met tekenaars en ambachtskunstenaars die gespecialiseerd waren in het drijven van gouden voorwerpen, onder wie zijn broer Philippe Métayer (cat.nr. KA 18104) (De Lorm 2001~2, p. 376-380 nr. 262). De Métayers hadden een grote reputatie en voerden zelfs werken uit voor het stadhouderlijke hof. Met betrekking tot de snuifdoos in het Amsterdams Historisch Museum blijkt het vakmanschap van Métayer uit het verfijnde drijfwerk van het deksel dat fraai contrasteert met de roodbruine camee. ( Bert Vreeken)
Tentoonstellingstekst
De snuifdoos is een vroeg voorbeeld van de rococo-stijl in Nederland, ontleend aan Franse voorbeelden. De nieuwe stijl was het eerst zichtbaar in gouden mode-accessoires als snuifdozen en horlogekasten. Amsterdamse goudsmeden, van afkomst hugenoten, introduceerden de nieuwe stijl in de stad. Van hen was Louis Métayer de belangrijkste. Hij werkte nauw samen met tekenaars en ambachtskunstenaars die specialist waren in het drijven van gouden voorwerpen. Métayers vakmanschap blijkt uit deze snuifdoos waarvan het verfijnde drijfwerk van het deksel fraai contrasteert met de roodbruine camee. De camee is vermoedelijk in Rome of omstreken vervaardigd en in Amsterdam in het deksel van de doos verwerkt. Glaspasta was toen een gebruikelijke vervanger voor de halfedelstenen waar echte cameeën van werden gesneden.
Amsterdam Museum, verworven met steun van de Vereniging Rembrandt