Van deze knap uitgevoerde stoplap uit 1791 is de borduurster onbekend gebleven. In een achthoekig medaillon omrand door gestileerde klavertjes of fleurs de lis, heeft zij haar leeftijd, initialen en het jaar van voltooiing van de doek achtergelaten: O17I (oud 17 jaar), CvH, 1791. Het meisje is in 1774 of 1775 geboren, afhankelijk van de dag waarop haar verjaardag in dat jaar valt. De doek is vermoedelijk tot stand gekomen in het Weeshuis der Nederlandsche Diaconie in Amsterdam. Dat geeft haar een Amsterdamse achtergrond. In het Stadsarchief is zij echter op grond van haar initialen en geboortejaar niet terug te vinden. De jonge borduurster werkte met zijden garen op een katoenen doek met ingesponnen linneneffect (30 x 31,5 cm). Ze toont dat ze zeer bedreven is. De winkelhaakstoppen zijn niet eenvoudig uit te voeren. Aan de onderzijde heeft ze vier goudkleurige maasstoppen toegepast. Er zijn tot nu toe drie stoplappen uit de zeventiende eeuw bekend, waarvan er eentje in de collectie van het museum is opgenomen. Opmerkelijk is dat deze oude lappen grote stopgaten hebben, met zeer smalle doorstoppen op het doek, aan alle vier de zijden. Halverwege de achttiende eeuw gaat dit veranderen en worden de stoppen kleiner. Deze late stoplap stoelt nog enigszins op de oude traditie. (Suzette van 't Hof)