gehalteteken insnoering lichaam: 1: leeuw eerste gehalte
jaarletter onderzijde voet: V: jaarletter V
: jaarletter V =1830
meesterteken? binnenzijde deksel/onderzijde voet: B&Z: meesterteken met letters B & Z onder ster in rechthoek
: meesterteken B&Z= Bennewitz & Zonen
winkeliersmerk onderzijde voet: BENNEWITZ: winkeliersmerk met tekst BENNEWITZ in rechthoek met afgeschuinde hoeken
essayeursteken binnenzijde deksel/insnoering/onderzijde voet: S1: essayeursteken met letter S en cijfer 1 in ovaal
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 70104/essayeursteken S1= Jan Berend Schöne [1837-1854]
aankoop 1993-10-08
inv.nr. KA 19357.1/2
Twee kastanjevazen, elk met driekantige voet, urnvormmig vat en los, helmvormig deksel. Voet met ingezwenkte zijden, afgeronde hoeken en geprofileerde rand op drie geribde, platbolle pootjes. Bovenzijde voet opgelegd met rozet. Op voet een houder in de vorm van drie dolfijnen, met omgekrulde staarten het vat houdend. Vat met gegodronneerde wand, de onderzijde uitlopend in punt met knop. Bovenzijde wand ingesnoerd, waarboven een glad fries, opgelegd met alternerend liggende griffioenen en palmetten. Deksel met vlakke rand, insnoering en bovenzijde met straalsgewijs een krans van godrons. Dekselknop in de vorm van een eekhoorn, een vrucht etend.
Herkomst
Kunsthandel Van Ravenstein, Haarlem, 1993, verworven met steun van VABE Beheer B.V.
Dit paar kastanjevazen uit 1830 toont de karakteristieke ronde vormen van de Biedermeierstijl. De objecten zijn in onderdelen sterk verwant met twee soortgelijke vazen in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam, in 1819 door Diederik Lodewijk Bennewitz vervaardigd (Ter Molen 1994, p. 304-305 nr. 145). Opmerkelijk is de overeenkomst tussen beide griffioenenfriezen, waarvan het ontwerp is geïnspireerd op Franse voorbeelden uit de periode van het Empire (De Lorm 2001~2, p. 277 nr. 203). Ook de driekantige voetstukken met de dolfijnen zijn vergelijkbaar. Zie voor een stel kastanjevazen dat Bennewitz in 1811 aan de familie Lepeltak leverde (cat.nrs. KA 5553-54). ( Bert Vreeken)
Tentoonstellingstekst
Tot de grootste en kostbaarste voorwerpen uit de eerste helft van de 19de eeuw behoren de zogeheten kastanjevazen. Dergelijke dekselvazen werden altijd in paren geleverd. Men bewaarde er geglaceerde kastanjes in, een lekkernij die als dessert werd geserveerd. Deze vazen tonen de karakteristieke ronde vormen van de Biedermeierstijl.
Tentoonstellingstekst
Tot de grootste en kostbaarste zilveren voorwerpen uit de eerste helft van de negentiende eeuw behoren de zogeheten kastanjevazen. De dekselvazen werden altijd in paren geleverd. Men bewaarde er gesuikerde kastanjes in, een lekkernij die als dessert werden geserveerd. Deze vazen tonen de karakteristieke ronde vormen van de Biedermeierstijl. Biedermeier is de benaming voor de manier van leven en voor de stijl van binnenhuisvormen, kleding en schilderkunst in Duitsland en Nederland tussen 1815 en 1848.
Amsterdam was van oudsher het grootste centrum van de Hollandse goud- en zilvernijverheid. Het Amsterdamse zilver uit de eerste helft van de negentiende eeuw was zelfs toonaangevend in heel Nederland. ( Jacqueline Grandjean)
Tot de grootste en kostbaarste zilveren voorwerpen uit de eerste helft van de 19de eeuw behoren de zogeheten kastanjevazen. Dergelijke dekselvazen werden altijd in paren geleverd. Men bewaarde er geglaceerde kastanjes in, een lekkernij die als dessert werd geserveerd. Deze vazen zijn uitgevoerd in de karakteristieke ronde vormen van de Biedermeierstijl.