opschrift tegen de bovenrand: Alida Johanna Straub: naam borduurster
opschrift tegen de onderrand: Oud14jaar / Anno 1887: leeftijd van borduurster, jaar voltooiing doek
opschrift binnenring, rondom middenkader, tussen stoppen, kloksgewijs: JHS / SH / CMS / JCV / HJS / AH / JAS / WvE: JHS: Johannes Hendrik Straub, vader van borduurster
SH: Sophia Horsman, moeder van borduurster
CMS: Catharina Martha Straub, stiefzus van borduurster
HJS: Hendrik Jelle Straub, stiefbroer van borduurster
JAS: Johannes Adam Straub en/of Jelle Abraham Straub, stiefbroers van borduurster
opschrift buitenring, tussen de stoppen, kloksgewijs: GW / MdK / DG / MS / JAS / GdJ / GWE / HS: onbekend
Het burgerweesje Alida Johanna Hendrika Straub is kind uit een samengesteld gezin. Ze wordt op 20 oktober 1872 in Amsterdam als dochter van Johannes Hendrik Straub (1816-1885) en Sophia Horsman (1835-1873) geboren. Dit huwelijk wordt in 1871 gesloten. Voor beiden is het de tweede keer. Johannes trouwde eerder met Klara Wilhelmina Hamersma (*1810). Zij krijgen samen drie jongens en een meisje. Sophia trouwde in 1863 met Jacobus Cornelis Voet. Zij worden in 1864 en 1867 ouders van een jongen en een meisje. Lang duurt hun verbintenis niet. Jacobus overlijdt in 1866. Hij heeft de geboorte van zijn dochtertje niet meer meegemaakt. Korte tijd later vindt Sophia nieuw geluk bij Johannes Straub. Samen vormen zij een kinderrijk gezin. In 1872 wordt Alida geboren. Opnieuw is het geluk van korte duur. Op 11 juli 1873 overlijdt Sophia. Johannes staat er nu alleen voor. De kinderen van Sophia en Cornelis Voet worden op 29 juli 1873 in het burgerweeshuis opgenomen. Alida blijft bij haar vader wonen, totdat hij, op 26 januari 1885, overlijdt. Twee weken later, op elf februari, wordt ook zij in het Burgerweeshuis opgenomen. Daar maakt ze een merk- en een stoplap. Alida is een voorbeeldige leerling. In 1887 ontvangt ze een “Bewijs van goedkeuring wegens betoonde vlijt en goed gedrag”. De regenten “wenschen dat dit eene aanmoediging moge zijn tot een braaf en deugzaam leven”. Dat brave en deugdzame leven buiten de muren vangt op 30 april 1893 aan, als ze als twintigjarige het weeshuis verlaat. Ze krijgt een uitzetkist mee. Deze kist is onlangs opgenomen in de collectie van het museum, samen met een exemplaar van Dickens’ David Copperfield, een boek dat als ereprijs aan het bewijs van goedkeuring was verbonden en dat in de kist bewaard werd. Alida blijft ongehuwd. Dankzij het gedegen onderwijs dat ze genoten heeft, voorziet ze als naaister in haar eigen onderhoud. Op 7 februari 1931 overlijdt ze volgens de rouwadvertentie “na een lang en smartelijk lijden [..] in den ouderdom van ruim 58 jaar.”
De beide doeken zijn, dankzij Jelliena Hendrik Straub, eveneens in de collectie van het museum opgenomen. Jelliena of Jelli is de kleindochter van Alida’s halfbroer Jelle Abraham Straub, een zoon uit het eerste huwelijk van Alida’s vader. Mevrouw Straub was tijdens haar werkzame leven directrice van de Nijverheidsschool voor meisjes “Arbeid Adelt’ in Uithoorn. Zij zal het werk van Alida zeker gewaardeerd hebben..
Alida’s stoplap is een schoolvoorbeeld van een Burgerweeshuisdoek. Er worden acht stoppen geoefend in drie rijen, rondom een middenkader dat bestaat uit vier banen doorstopwerk. Het is gevuld met een boeket gemengde bloemen. Het gaat om vier sterstoppen, drie kruisstoppen en een winkelhaakstop. In de rechteronderhoek is een kruisvormige hoekstop toegepast. Deze stop heeft een hogere moeilijkheidsgraad en komt daardoor mogelijk pas laat aan bod. In het middenkader heeft zij een boeket met gemengde bloemen geborduurd. De initialen tussen de stoppen verwijzen naar personeel van het weeshuis, familie en soms vriendinnetjes. De leesrichting draait met de klok mee in tegenstelling tot de sterk gelijkende stoplappen van het Weeshuis der Nederduitsch Hervormde Diaconie. Daar wordt de normale leesrichting aangehouden. Aan de bovenzijde borduurt Alida haar naam voluit; aan de onderzijde haar leeftijd “oud 14 jaar” plus het jaar waarin de doek voltooid is “anno 1887”. De merklap die steevast aan een stoplap vooraf gaat is eveneens in de collectie opgenomen (KA 19749). Op de merklappen werden de alfabetten geoefend, waarmee de initialen geborduurd konden worden.
(Suzette van 't Hof)