Dames onderbroek (reform), 1909 - 1926
inv.nr. KA 20105
in depot
Proefmodel van de Vereeniging vakschool voor verbetering van vrouwen- en kinderkleeding. Onderbroek van crèmekleurige geruwd tricot met brede heupband van crèmekleurig katoen. Aan de voorzijde onder aan de heupband twee met stof overtrokken knopen waaraan twee lengtes roze knoopsgaten elastiek. Onderaan de rechter elastiek een parelmoeren knoop (ontbreekt links) ter bevestiging van de kousen. In het kruis een vierkante inzet. Pijpen onderaan afgewerkt met een tricot boord. Klepsluiting aan de achterzijde. De achterpanden zijn gerimpeld aan de tailleband gezet. De heupband en de klep worden beiden gesloten met drie stofovertrokken knopen. Links van de klep een extra stofknoop (rechts ontbreekt).
Op het kartonnen label: 'VEREENIGING VAKSCHOOL VOOR VERBETERING VAN VROUWEN- EN KINDERKLEEDING. MODELLEN VAN HET HOOFDBESTUUR. M. VII. 2. TRICOTBROEK MET HEUPBOORD. De onderrand van den heupboord vormt de draaglijn voor de kousophouders. KNIPPATROON. heupboord f 0,05.
Trefwoorden
De Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding (V.v.V.v.V.) was een Nederlandse beweging tussen 1899 en 1926, die pleitte voor kleding waarin vrouwen zich beter konden bewegen. De Amsterdamse afdeling van de Vereniging richtte in 1909 de Vakschool voor Verbetering van Vrouwen- en Kinderkleeding op. Aan deze beroepsopleiding werden meisjes opgeleid tot naaister volgens de reformprincipes.
De onderbroek was een proefmodel van deze vakschool. De onderbroek is gemaakt van crèmekleurige geruwde tricot met een brede heupband van crèmekleurig katoen. Aan de voorzijde onder aan de heupband zitten twee met stof overtrokken knopen waaraan twee lengtes roze knoopsgaten elastiek. Aan de achterzijde zit een klepsluiting. Op het kartonnen label staat: 'VEREENIGING VAKSCHOOL VOOR VERBETERING VAN VROUWEN- EN KINDERKLEEDING. MODELLEN VAN HET HOOFDBESTUUR. M. VII. 2. TRICOTBROEK MET HEUPBOORD. De onderrand van den heupboord vormt de draaglijn voor de kousophouders. KNIPPATROON. heupboord f 0,05.’
Amsterdam Museum
Het onderzoek naar en fotografie van de collectie kinderkleding / miniatuurkleding / onderkleding is mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Marten Orgen Fonds, het Margarethe Petronella Fonds en het Netty van Doorn Fonds.