Vierdelige japon bestaande uit twee lijfjes (gevoerd met bruine katoen), een voetlange rok en een korte schoudercape (zogenaamde pelerine). Gemaakt van changeant zijde met ingeweven streep in roze en beige, gevoerd met bruin katoen.
Lijfje van changeant zijde met ingeweven streep in roze en beige. Lage boothals. Lage mouwinzet met lange nauwsluitende mouwen, onderaan sluitende met drie garen knopen. Getailleerd model uitlopend in een punt middenvoor, eindigend iets onder de taille. Het lijfje heeft een bruin katoenen binnenlijfje met baleinen. Sluiting middenachter door middel van haken en ogen.
Lijfje van changeant zijde met ingeweven streep in roze en beige. Hooggesloten model met halflange pagodemouwen, met onderaan crèmekleurige kanten mouwstroken. Getailleerd model uitlopend in een punt middenvoor, eindigend iets onder de taille. Sluiting middenvoor door middel van metalen haken en ogen. Het lijfje is geheel gevoerd met bruin katoen. Vermaakt: De kanten mouwstroken zijn te lang en zouden over de handen vallen. Waarschijnlijk zijn deze niet origineel.
Rok van changeant zijde met ingeweven streep in roze en beige. Wijd uitlopend model. De rok is geplooid aan een smalle tailleband gezet. Aan de achterzijde heeft de rok meer plooien dan aan de voorzijde. De rok is gevoerd met bruin katoen.
Vermaakt: Middenvoor is er een split / gulp in de rok, dit is een ongebruikelijke plaats. De zaksplit zit normaal rechts voor. Waarschijnlijk is er stof uit de rok gehaald.
Pelerine of schoudercape van changeant zijde met ingeweven streep in roze en beige. Hooggesloten model met ronde hals met crèmekleurig kanten kraagje. De pelerine sluit middenvoor door middel van haken en trensjes. Langs de zoom versierd met een franje van bruine zijde. Geheel gevoerd met bruin geglansd of gekalanderd katoen.
Herkomst
De dames Bleeker waren kleindochters van het echtpaar Corn.Springer en Geertrui Springer-ten Cate. SB 5124 /5135 en KB 123 waren sedert 1944 in bewaring, sedert 1950 in bruikleen. Mej. G. Bleeker overleed kort na 1950, mej. J. Bleeker in 1957, zij werd ondersteund door de Soc. Dienst. Bij de Burgl. Stand waren geen verwanten bekend. In dec. 1969 werd getracht via de Soc.Dienst e.e.a. door overdtacht in eigendom te krijgen, dit bleek vlgs. antwoord 18.02.1969 niet mogelijk (zie bruikl. 1951). (Notitie Krielaart, verz. brl IN)
Trefwoorden
Rijk gekleed 2005
Bijzonder aan deze japon is dat bekend is wie de draagster is geweest, namelijk Geertrui Springer-ten Cate (1819-1902). Bovendien is een portret bewaard gebleven waarop zij als 28-jarige is afgebeeld en de japon draagt. Geertrui - de vrouw van Cornelis Springer (1817-1891), de bekende schilder van romantische stadsgezichten - draagt op dit portret het in die tijd veel voorkomende kapsel met langs het gezicht neerhangende pijpenkrullen, dat geïnspireerd is op een haardracht uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het decolleté van de roze gestreepte, zijden japon is opgevuld met een batisten chemisette met een brede, met kant afgezette kraag. De mouwen zijn pagodevormig en de rok is naar het heersende modebeeld wijd en reikt tot de grond.
De verschillende onderdelen waaruit deze vierdelige japon bestaat zijn niet gelijktijdig, maar op diverse momenten van de dag gedragen. Op deze manier kan de rok op verschillende manieren zijn gecombineerd. De japon bestaat uit een wijde rok, een lijfje met lage hals (voor 's avonds), een hooggesloten lijfje met halflange pagodemouw (voor overdag) en een pelerine die aan de voorzijde gesloten wordt met knoopjes (variatie voor overdag). Op het portret draagt Geertrui het lijfje met de lage hals met daaraan een schouderkraag of 'berthe' in dezelfde stof; deze laatste is overigens niet in de collectie aanwezig. Stoffen waren zeer kostbaar en meerdelige japonnen die verschillende combinaties opleveren, zijn dan ook zeer gebruikelijk.
De japon en het schilderij zijn via twee kleindochters van Geertrui Springer-ten Cate en Cornelis Springer in 1944 in de collectie terechtgekomen.
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds