stadskeur: Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken: Hollandse leeuw
jaarletter: Z: jaarletter Z
: jaarletter Z =1784
meesterteken?: RB: meesterteken RB
: Reynier Brandt
: Bron: Voet 1912, nr 413; Citroen 1975, nr 783.
bruikleen 1989
inv.nr. KB 2345 in depot
Ovale mand met vlakke bodem, gevat in onderrand, opgebouwd uit C- en S-voluten. Gegoten versieringen, deels geciseleerd. Rand onderbroken door vier rocaillemotieven, fungerend als pootjes. Gewelfde gladde wand, opgelegd met schuimmotieven en korenaren. Bovenrand, opgebouwd uit C- en S-voluten, onderbroken door vier rocaillemotieven. Korte zijden met twee aangezette oren, samengesteld uit voluten en schelpmotieven. Op bodem is een duif in een stralenkrans gegraveerd, het symbool van de Heilige Geest en embleem van het Burgerweeshuis.
Herkomst
Burgerweeshuis, Amsterdam, 1759; bruikleen van het Sociaal-Agogisch Centrum het Burgerweeshuis, Amsterdam, 1989.
Deze zilveren mand, gedecoreerd met gegoten voluten en schelpmotieven, is afkomstig uit het Amsterdamse Burgerweeshuis. In het Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. Het algemene bestuur van het Burgerweeshuis was in handen van zes regenten en vier regentessen. In de jaren 1758-1759 deden de regenten een grote bestelling van zilveren voorwerpen bij verschillende Amsterdamse zilversmeden. Deze ovale mand maakte deel uit van de bestelling en deed dienst als presenteermand voor onder meer brood. In 1759 voorzag de graveur Jan Dilhoff (1701-1776) de bodem van de mand van het embleem van het Burgerweeshuis: een duif in een stralenkrans. ( Sarah Remmerts de Vries)
Catalogus zilver AHM 2003
Kenmerkend voor zijn vroege productie is het lage model met een dichte of ajourgezaagde wand. Een andere karakteristiek zijn de randen, opgebouwd uit C- en S-voluten, op het midden van de zijden afgewisseld met zwaar uitgevoerde rocaillemotieven. Brandts vroegst bekende mand van dit type dateert uit 1753 (Christie's 2002, p. 28-29 nr. 1022). Het Amsterdams Historisch Museum bezit een verwante mand met een ajourgezaagde wand van drie jaar later (cat.nr. KA 8057), alsmede een mand uit 1759 dat deel uitmaakt van een olie- en azijnstel, à double usage (cat.nr. KA 13055).
De mand maakte deel uit van een grotere bestelling, die de regenten van het Burgerweeshuis in de jaren 1758-1759 bij verschillende Amsterdamse zilversmeden deden. In 1759 voorzag de graveur Jan Dilhoff (1701-1766) al deze voorwerpen van het embleem van het Burgerweeshuis, een duif in een stralenkrans. Het graveren van 'een mandje' kostte tien stuivers (Baarsen 2001, p. 144 nr. 63).
In een inventaris van het Burgerweeshuis uit 1806 komt de broodmand niet voor. Mogelijk wel in een inventaris uit omstreeks 1875 waarin een niet nader omschreven 'tafelbak' wordt genoemd (GAA, PA ..., 150a). Zie voor verder commentaar: cat.nrs. KB 2332-2333. Zie Inleiding Vreeken, . X. ( Bert Vreeken)
Amsterdam Museum, bruikleen van Stichting Het Burgerweeshuis - Rooms Catholiek Jongens Weeshuis