In de tweede helft van de 19de eeuw verloren bloemen gaandeweg hun traditionele betekenis in de schilderkunst. Zij waren niet langer symbolen van vergankelijkheid. De composities werden eenvoudiger, minder ingewikkeld en gekunsteld dan voorheen. Ook de manier van schilderen veranderde. De tot dan toe gebruikelijke nauwkeurige schilderwijze maakte daarbij plaats voor een lossere techniek met een schilderachtiger resultaat. Een voorbeeld is dit kleine meesterwerkje van Antoine Vollon, waarin de schilder een glas met witte en blauwe violettes de Parma tegen een donkere achtergrond heeft geplaatst. ( Bert Vreeken)