Door de dood van Willem III reeds in 1890 tot de troon geroepen, aanvaardde koningin Wilhelmina na een zorgzame opvoeding van haar moeder, koningin-regentes Emma, bij haar meerderjarigheid op 31 augustus 1898 de regering. Vijf dagen later deed zij haar plechtige intocht in Amsterdam. Wilhelmina werd de dag daarna in de Nieuwe Kerk als koningin ingehuldigd. De band tussen vorst en volk van Nederland werd opnieuw verzekerd.
Dit schilderij werd in opdracht van P. Langerhuizen Lzn. gemaakt en aan de gemeente Amsterdam geschonken als het begin van een vervolg op de galerij van Jacob de Vos. Dit vervolg is er niet gekomen. De dagen van de historieschilderkunst waren voorbij. ( Dedalo G. Carasso)

Koning Willem III laat bij zijn overlijden één dochter na, Wilhelmina (1880-1962). Omdat zij nog te jong is voor de troon, treedt haar moeder Emma acht jaar lang op als koningin-regentes. Op haar achttiende verjaardag aanvaardt Wilhelmina het koningschap. Voorafgaand aan de inhuldiging op 6 september 1898 in de Nieuwe Kerk, houdt ze een intocht in Amsterdam. Wilhelmina wuift vanuit de koets vriendelijk naar de verzamelde menigte. Deze scène is typerend voor de vernieuwde, emotionele band tussen koningshuis en volk. ( Sarah Remmerts de Vries)