inv.nr. SA 1831 te zien in Amsterdam Museum aan de Amstel
In een keuken staat een jonge vrouw een geelkoperen pan te schuren.
Herkomst
Vlg. Amsterdam, Philipus Schley, 30-11 t/m 02-12-1812 (Lugt 8257), nr. 57 [Dit uitmuntend Schilderijtje steld voor, een bevallig Dienstmeisje, bezig zijnde een Ketel te schuren; verders een Kopere Blaker en ander bijwerk, paneel, hoog 9, breed 8 duim], verkocht aan Cuijk van Mierop voor 80 gulden; Vlg. Amsterdam, Philipus Schley (coll. Bernardus de Bosch Jeronimozn II), 10-03-1817 e.v. (Lugt 9064), nr. 16 [Eene meid, in eene Keuken met pomp en gootsteen, schuurt een koperen ketel, voor haar op tafel is eene tinnen schotel, test en ander bijwerk. Als voren behandeld. Hoog 10, breed 8 duimen]. Verkocht aan Jeronimo de Vries voor 163 gulden; Collectie C.J. Fodor (-1860) Legaat C.J. Fodor, Amsterdam, 1860.
De Lelie was rond 1800 een veelgevraagde portretschilder. Hij was daarnaast ook zeer bedreven in het schilderen van zogeheten genrestukken, voorstellingen waarin het dagelijks leven centraal staat. In thematiek en manier van afbeelden volgde hij hierin de zeventiende-eeuwse meesters van het genre, zoals Vermeer, Pieter de Hooch en Nicolaas Maes. Er is wel gewezen op de overeenkomsten tussen dit stuk en het beroemde Melkmeisje van Vermeer, dat zich in 1796 in de collectie van Jan Jacob de Bruijn in Amsterdam bevond. Wellicht heeft De Lelie het daar gezien. Het schilderij werd ook toen al veel geprezen door kunstkenners en -liefhebbers. Net als op het schilderij van Vermeer is een keukenmeid bezig met huishoudelijk werk, voor een witte achterwand met daarin een spijker en een hangend stuk huisraad.
In tegenstelling tot het Melkmeisje komt op dit schilderij het licht van rechts. Een ander verschil is dat Vermeer zijn keukenmeid uiterst geconcentreerd melk liet schenken. De keukenmeid van De Lelie wordt afgeleid door een binnenkomende bezoeker. Doordat ze de beschouwer aankijkt, bereikte De Lelie het effect dat deze het gevoel krijgt een bezoeker in de keuken te zijn. Dit effect was ook regelmatig door zeventiende-eeuwse meesters toegepast. ( Tom van der Molen)
Catalogus AHM 1975/'79
De Lelie toont zich in dit (evenals in veel van zijn andere genrestukken) een bekwaam navolger van Hollandse 17de eeuwers. Het dunkt mij dat hij bij de conceptie van het schilderij vooral aan Vermeers 'Melkmeisje' (nu Rijksmuseum) heeft gedacht. Ook daarop wordt het beeld beheerst door een als kniefiguur geziene "keukenmeid", die doende is bij een tafel. Ook de witgekalkte achterwand, verlevendigd door één spijker en een hangend stuk huisraad komt op beide stukken overeen. Verder staat vast dat, toen De Lelie zijn schilderij maakte, Vermeers 'Melkmeisje' zich in een Amsterdamse collectie bevond en daar bewondering oogstte bij kenners en liefhebbers (zie: A. Blankert, Johannes Vermeer, tweede ed., Utrecht 1977, blz. 94, 96 e.v.).
Dezelfde vrouw in vrijwel dezelfde houding komt voor op enkele interieurstukken van De Lelie met meer figuren: eveneens als ketelschuurster op een 1785 gedateerd schilderij, dat uit een veilingcatalogus bekend is (vlg. Den Haag, fa. De Waart, 11 September 1962, nr. 80 met afb.); als strijkster op een 1794 gedateerd werk in de verzameling Staring te Vorden (Knoef, op.cit. 1940, afb. blz. 401; KNOEF 1943, afb. blz. 58). ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
De Lelie toont zich in dit werk een navolger van Nederlandse schilders uit de Gouden Eeuw. Dit werk is geïnspireerd op het beroemde Melkmeisje van Vermeer (Rijksmuseum Amsterdam).