Het is 9 oktober 1811. Gezeten op zijn witte paard betreedt keizer Napoleon de Dam. Het plein is omzoomd met een erehaag van officieren te paard. De nieuwsgierige menigte wordt zo op veilige afstand gehouden. Aan de koepel van het voormalige stadhuis wappert een enorme Franse vlag. Het gebouw was in 1808 Koninklijk Paleis geworden; nu is het voor even Keizerlijk. ( Laura van Hasselt)
Tentoonstellingstekst
Op 9 juli 1810 kwam er een eind aan het kortstondig bestaan van het koninkrijk Holland onder koning Lodewijk Napoleon. Hij had zich onder andere verzet tegen een stricte handelsblokkade tegen Engeland. Daardoor was Nederland een lek in het zogeheten Continentale Stelsel. Na de inlijving bij het Franse keizerrijk had keizer Napoleon rneer mogelijkheden zijn plannen uit te voeren. De gevolgen waren voor Amsterdam verschrikkelijk: in 1810 kwamen al weinig schepen binnen, ongeveer 200, in 1811 niet een meer. De werkloosheid liep sterk op, en dat in een situatie dat al 1/3 van de bevolking van de bedeling leefde. Om er zeker van te zijn dat in geval van een invasie in Engeland de Europese kust goed verdedigd achter zou blijven, kwam Napoleon in 1811 de Nederlandse havens inspecteren. Na een bezoek aan Vlissingen en Middelburg kwam hij via Utrecht op 9 oktober in Amsterdam aan. Daar werd hij door een enthousiaste menigte onthaald.
Keizer Napoleon op de Dam, ca. 1811
Mattheus I. van Bree (1773-1839)
Op 9 oktober 1811 bracht keizer Napoleon een bezoek aan Amsterdam. Op de Dam werd hij door een enthousiaste menigte onthaald, maar de situatie in de stad was op dat moment verre van rooskleurig. Een jaar eerder was een eind gekomen aan het bestaan van het Koninkrijk Holland onder koning Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon. Holland was nu ingelijfd bij het Franse keizerrijk. Het land moest meedoen aan het zogenaamde ''Continentale Stelsel'', de handelsblokkade tegen Engeland, waarmee de Fransen in oorlog waren. De gevolgen voor Amsterdam waren verschrikkelijk: er kwamen geen schepen meer in de haven en de handel kwam bijna stil te liggen. De werkloosheid liep sterk op, en dat in een situatie dat al 1/3 van de bevolking van de bedeling leefde.
Literatuur
G.D. Homan, Nederland in de Napoleontische tijd, 1795-1815 (Haarlem 1978)