Misschien hadden alle onlusten nog opgelost kunnen worden, omdat de koning beloofde over te komen en hij toestond dat men hem een ontwerp van matiging aanbood. Een onvoorziene gebeurtenis bedierf echter alles en veroorzaakte groot onheil. Het grauw dat door blinde ijveraars was opgestookt, drong plotseling overal de kerken binnen en verbrijzelde daar de beelden, altaren en alle sieraden der rooms-katholieke eredienst. Deze beeldenstorm, zoals men zei, begon in Vlaanderen en Artois en vond vervolgens bijna gelijktijdig in alle gewesten plaats. Alléén in Brabant en Vlaanderen al werden in vier dagen tijds meer dan vierhonderd kerken verwoest. ( Dedalo G. Carasso)