Terwijl de vredesonderhandelingen te Nijmegen in gang waren, trachtte prins Willem III de Franse veldheer Luxembourg uit Bergen in Henegouwen te verdrijven. De prins viel op 14 augustus diens hoofdkwartier in de abdij van Saint-Denis aan, op anderhalf uur afstand van Bergen. Na een hardnekkige verdediging werden de schansen genomen, waarvan Luxembourg verklaard had dat hij deze tegen een viervoudige overmacht kon behouden. De prins was overal waar het felst werd gestreden. Hij verkeerde meermalen in levensgevaar. Zo zette de ridder d' Esclainvilliers hem een pistool op de borst, maar Hendrik van Nassau-Ouwerkerk wist nog tijdig de aanvaller met een schot te vellen. De prins ontving pas de volgende ochtend het bericht dat de vrede gesloten was. Hij deelde dit aan Luxembourg mee en omarmde de Franse veldheer voor het front der troepen. Waarschijnlijk was de vredestijding die de moorddadige slag had kunnen voorkomen, onderschept, want de prins verklaarde plechtig aan Fagel dat hij pas ná de strijd te weten kwam dat de vrede gesloten was.
De prins was op 14 augustus nog niet officieel op de hoogte gesteld van de te Nijmegen gesloten vrede, Condé wel. In deze situatie was voor beiden de kans op een laatste voordeel interessant. ( Dedalo G. Carasso)