Op 22 april 1676 leverde De Ruyter in 't gezicht van Etna's krater zijn laatste zeeslag. Het was een ongelijk gevecht van zeventien gebrekkige Nederlandse tegen dertig uitmuntend bewapende Franse schepen onder de bekwame Du Quesne. De Spaanse hulpvloot onder Francisco de la Zerda bleef volgens het verschonende rapport van De Ruyter verre van de onze verwijderd. De strijd had nauwelijks een half uur geduurd of De Ruyter werd op het zonnedek door een kogel getroffen. Deze nam hem een deel van de linkervoet weg en verbrijzelde [een deel van] het rechterbeen, zodat de admiraal van ruim twee Nederlandse el hoog neerstortte. Het zien van 's admiraals bloed verhit dat der matrozen. Kapitein Callenburgh neemt de leiding van de strijd, die tot de nacht aanhoudt en met onze zegepraal eindigt. Te midden van zijn smarten vuurt de vrome held het volk nog aan, met de woorden: Houdt moed mijn kinderen, houdt moed! Zo moet men doen om de zege te bevechten. Aanvankelijk leek het sterke gestel van de bijna zeventigjarige zeevoogd de schok te doorstaan. Toen sloeg de wondkoorts toe en deze rukte op 29 april, aan boord van zijn schip, Michiel Adriaensz. de Ruyter uit het leven.
Twee Nederlandse (of Haagse) el is ongeveer één meter vijftig. ( Dedalo G. Carasso)