Frederik Willem II van Pruisen eiste genoegdoening voor de behandeling van zijn zuster, de prinses van Oranje. Toen hieraan niet werd voldaan stuurde hij een leger van twintigduizend man, terwijl Willem V een beroep deed op allen die hem welgezind waren. De door de Fransen gesteunde heersende partij nam een heldhaftige houding aan en droeg aan rijngraaf Van Salm de verdediging van Utrecht op met tweehonderd stukken geschut en zevenduizend man. Toen echter de Pruisen ongehinderd door het prinsgezinde Gelderland trokken en Frankrijk de patriotten in de kou liet staan, week de rijngraaf naar Holland uit. Zijn manschappen legden de wapens neer. Alleen de toegangen tot Amsterdam - in het bijzonder Amstelveen en Ouderkerk - werden dapper maar vruchteloos verdedigd. Bijna overal was de nadering der Pruisen het sein voor een tegenomwenteling. Ook in Amsterdam werden de afgezette burgemeesters plechtig hersteld. Dedel werd in triomf naar huis geleid, zoals Hooft een half jaar tevoren. Dedels koets kreeg een oranje versiering en werd getrokken door het volk dat de Oranje-kokarde fier deed prijken.
De oorspronkelijke schilderijtitel was: ‘De Pruisen hier te lande’. ( Dedalo G. Carasso)