Het prestige van Nederland had door de heerschappij der Engelsen in onze koloniën zeer geleden, en onze langzaam weer ontluikende macht moest in Oost-Indië gevaarlijke opstanden bedwingen voordat het nadelige effect van onze vernedering werd weggenomen. Op Sumatra bracht sultan Mohamed Badar van Palembang ons gezag in gevaar door een aanval op het Nederlandse fort en kantoor. Een eerste poging om hem te onderwerpen mislukte. Er verliep een jaar voordat er voldoende troepen op de been gebracht waren om de sultan met succes aan te vallen. Op 20 juni 1821 verscheen generaal-majoor De Kock met vier grote en een aantal kleine schepen voor de rivier bij Palembang. De stroom was met ingeheid paalwerk afgesloten en versterkt met goed verdedigde, zware batterijen. Nog diezelfde dag had het fregat De Dageraad dan ook zestig doden en gewonden. Pas op 23 juni slaagde men er in het paalwerk te vernietigen, nadat overste Bisschoff enkele batterijen veroverd had en het vuur der korvetten Venus en Ajax de overige tot zwijgen had gebracht. Nu voer de expeditie de rivier op en veroverde de stad. Mohamed Badar moest de troon aan zijn neef overdragen en werd door de overwinnaars naar Batavia meegevoerd. ( Dedalo G. Carasso)