Door de slag bij Marengo was de coalitie der tegenstanders van Frankrijk verbroken. Oostenrijk had de vrede van Lunéville getekend. (...) Engeland en Frankrijk sloten de vrede van Amiens. Tijdens de voorbereidingen was reeds tot de teruggave van onze koloniën besloten, op Ceylon na. Ofschoon onze gezant R.J. Schimmelpenninck bij de onderhandelingen te Amiens zeer bekwaam en energiek optrad, kon deze niet veel meer loskrijgen. Wel zeiden de Fransen toe dat de schadeloosstelling aan het huis van Oranje niet ten laste van de Republiek zou komen en dat men het bezit van Vlissingen en het onderhoud der Franse bezetting op grond van de belangen der beide regeringen zou regelen. Het vredesverdrag werd op 25 maart 1802 getekend. Daarbij werden Fulda en Corvey aan Oranje toegewezen en door de erfprins aanvaard. Willem V verklaarde echter in een nota aan Engeland en Pruisen dat hij zich het recht voorbehield om de Republiek te dienen als de natie, van dwang ontslagen, hem daartoe riep. De vrede die later tot grote schade van onze handel plotseling verbroken werd, vergrootte slechts de invloed van Napoleon op ons bestuur. Hij had echter het talent van Schimmelpenninck op waarde leren schatten en verhief hem drie jaar later tot raadpensionaris.