voorheen toegeschreven aan voorheen toegeschreven aan
inv.nr. SA 7432 in depot
Storm op zee; zeilschepen op woelige golven nabij een rotsachtige kust.
Herkomst
Oudezijds Huiszittenhuis; Stadhuis; bruikleen aan Rijksmuseum, 1888-1975.
Trefwoorden
38522
Tentoonstellingstekst
De Vliegers spectaculaire 'Schipbreuk' behoorde tot de inventaris van het Oudezijds Huiszittenhuis. Deze liefdadige instelling voorzag in de uitdeling van voedsel en brandstof aan behoeftige stadsbewoners. In een inventaris van de bezittingen van het huis uit 1787 wordt het schilderij beschreven als 'verbeeldende een Schipbreuk en de dus als de oorsprong der armoede die in desen huyse wordt te gemoet gekoomen'. De dramatische voorstelling, die het moment juist vóór de schipbreuk uitbeeldt, zou daarom evenzeer 'Allegorie op de oorsprong van de armoede' kunnen worden genoemd.
De uit Rotterdam afkomstige schilder Simon de Vlieger woonde sinds 1638 in Amsterdam, vanaf 1649 in Weesp. Hij geldt als een van de belangrijkste schilders van zee- en kustgezichten. Zijn bekendste leerling was Willem van de Velde de Jonge.
Tentoonstellingstekst
Deze spectaculaire Schipbreuk behoorde tot de inventaris van het Oudezijds Huiszittenhuis. De instelling verschafte voedsel en brandstof aan behoeftige stadsbewoners. In een inventaris van de bezittingen van het huis uit 1787 wordt het schilderij beschreven als ‘verbeeldende een Schipbreuk en de dus als de oorsprong der armoede die in desen huyse wordt te gemoet gekoomen’. De dramatische voorstelling, die het moment juist vóór de schipbreuk uitbeeldt, zou daarom evenzeer ‘Allegorie op de oorsprong van de armoede’ kunnen worden genoemd. De uit Rotterdam afkomstige schilder Simon de Vlieger woonde sinds 1638 in Amsterdam, vanaf 1649 in Weesp. Hij geldt als een van de belangrijkste schilders van zee- en kustgezichten. Zijn bekendste leerling was Willem van de Velde de Jonge.
Tentoonstellingstekst
Dit schilderij is afkomstig uit het Oudezijds Huiszittenhuis. Uit een 18e eeuwse inventaris blijkt dat deze schipbreuk als zinnebeeldige oorsprong 'der armoede die in dese huyse wordt te gemoet gekoomen' werd gezien.