Stilleven met bloemen in een glazen vaas op een stenen blad. Boeket met o.a. tulpen, rozen, papavers, anjers, narcissen, anemonen, koekoeksbloemen, kamperfoelie, een siererwt en winde. Tussen de bloemen verschillende insecten (mieren, rupsen, vlinders en kevers).
Herkomst
Kunsthandelaar Christianus Johannes Nieuwenhuys, Londen, als Rachel Ruysch, gekocht door kunsthandelaar Gerrit de Vries, Amsterdam; van kunsthandelaar Gerrit de Vries gekocht door Adriaan van der Hoop door bemiddeling van de kunsthandelaars Jeronimo de Vries en Albertus Brondgeest, 3 april 1849; legaat aan de Stad Amsterdam, 1854; Museum Van der Hoop, 1854-1885; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885
Te herkennen zijn in de vaas: dagbloem, roos (wit, rose), tarwe, fluitekruid, anjer (rood, wit), trosnarcis, slaapbol (top links), tulp (rood-wit), pronkerwt, hondsroes, kamperfoelie, kievitsbloem, hortensia, anemoon (rood). Op de plint: rode anemoon. Vlinder: atalanta. Verder een rups van een psivlinder en een spanrups, insecten en een tuinslak (cat. tent. 1970). ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Stillevens van bloemen, vruchten en dieren stonden vanouds in hoog aanzien. Vooral het uit verschillende tuin- en kasbloemen gecomponeerde bloemstuk was populair. Het bood de kunstenaar alle mogelijkheid om als fijnschilder te excelleren. Een van de meest vooraanstaande kunstenaars op dit gebied was de schilderes Rachel Ruysch. Dit bloemstilleven penseelde zij op koper. Het boeket is samengesteld uit rozen, tulpen, papavers en andere bloemsoorten. Op de marmeren plint kruipt een slak. Ruysch, die het vak leerde bij Willem van Aelst (1627-ca. 1682), was gehuwd met de kunstschilder Jurriaan Pool (1665/66-1745). Ze was enige tijd werkzaam als hofschilderes van keurvorst Johan Willem van de Palts. Deze verzamelaar bezat in Düsseldorf een beroemde kunstgalerij.