signatuur/datering linksonder op de brug: A. v. Velde f / 1669
legaat 1854-03-15
inv.nr. SA 8329 te zien in Rijksmuseum Amsterdam
Een groep jagers met paarden en honden verzamelt zich buiten de hekken van een buitenplaats voor een jachtpartij.
Herkomst
Verzameling Hoeufft van Velzen, Waterland, Velzen; verzameling A. van der Hoop, Amsterdam, gekocht van Nieuwenhuys, 1834 of van kunsthandel A. Brondgeest, 1638; legaat Van der Hoop, 1854; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885-1973
In catalogus Rijksmuseum 1912 onjuiste opgave van de herkomst, omdat men het stuk verwarde met een schilderij dat zich voorheen in de verzameling Lord Northbrook bevond (Hofstede de Groot; vgl. idem, blz. 529, nr. 169). Smiths opinie lijkt nog steeds ter zake: "This exquisitely finished picture was doubtless painted for the owner of the horses and the adjoining lands". De poort en de brug links vormen kennelijk de toegang tot een buitenplaats. Het gezelschap heeft deze zojuist verlaten en staat op het punt met paarden en honden op jacht te gaan. Er zijn vier mannen, doch slechts twee gezadelde paarden staan gereed. Eén der ruiters zal ongetwijfeld de rijk geklede jongeman rechts zijn. De overige drie mannen dragen alle hetzelfde, veel eenvoudiger costuum: denkelijk zijn zij knechten of drijvers en zien wij het gezelschap wachten op de komst van een tweede heer, voor wie het andere paard bestemd is. ( Albert Blankert)
Adriaen van de Velde, broer van de zeeschilder Willem, wijdde zich bijna uitsluitend aan het schilderen van landschappen met figuren, waarin hij de zonovergoten sfeer van de Italianisanten wist op te roepen. Zijn schilderijen en tekeningen behoorden in de 18de en vroege 19de eeuw tot de meest gezochte kunstwerken uit de Gouden Eeuw.
Adriaan van der Hoop, die Van de Velde’s Jachtpartij in 1838 voor 5950 gulden van de kunstmakelaar Albertus Brondgeest kocht, noteerde dat het afkomstig was uit het bezit van de familie Hoeuft van Velzen, waar het ‘gedurende vele jaren zonder lyst en verwaarloosd in eene porceleinkast had gestaan’. Sindsdien kon het schilderij in de 19de eeuw rekenen op goede kritieken. John Smith meende in 1842 dat dit ‘exquistely finished picture’ gemaakt moest zijn voor de eigenaar van de buitenplaats links; het gezelschap trekt er juist op uit om op jacht te gaan. Toch is het onwaarschijnlijk dat het zeer precies en glad geschilderde werk bedoeld is als een portret. Thoré prees in 1860 de rijke compositie en het verfijnde coloriet van het uitzonderlijk goed bewaarde schilderij: ‘Ce tableau est d’une richesse de composition, d’une finesse de couleur, malgré tant de rouge, d’une conservation et d’une pureté extraordinairs.’ ( Norbert Middelkoop)