Tentoonstellingstekst
Rotterdam, één uit Delft en één uit Enkhuizen. De schepen lagen van 15 mei tot 2 juni bij het eiland Sint Helena, waar men water en vers voedsel innam. Dit was dringend nodig omdat er scheurbuik was uitgebroken onder de ongeveer 1800 koppen tellende bemanning. De expeditie had als doel om de Portugezen in Mozambique en Goa dwars te zitten en Malakka te veroveren.
Bij de overzeese handel ging het er bepaald niet vredelievend aan toe. Tot de wapenstilstand van 1609 was Nederland in oorlog met Spanje en Portugal, een strijd die ook overzee werd gevoerd. De vredesonderhandelingen tussen Nederland en Spanje deed de VOC besluiten om, zolang het nog kon, zo veel mogelijk gebieden op de Portugezen te veroveren. Uiteindelijk was Verhoeff niet succesvol. In 1609 werd hij vermoord (door Bandanezen) bij een poging een fort op te richten op Banda (Indonesië).
Catalogus AHM 1975/'79
Bol leest het derde cijfer van de datering als "O" en ziet ons schilderij als het vroegst gedateerde van Willaerts. Hij wijst op de sterke verwantschap met het werk van H.C. Vroom, (eveneens) uit het eerste decennium van de 17de eeuw.
Volgens opgave in de veilingcatalogus van 1967 is "klaarblijkelijk de Hollandse vloot afgebeeld ten tijde van de verwoesting van de Britse nederzetting te Cambello op het eiland Ambon (in de Molukken) in 1623". Het profiel van het eiland gelijkt echter meer op dat van Ascension dan op dat van Ambon en voorts opereerden de Hollandse vloten, eenmaal in de Oostindische archipel aangekomen, niet meer in eskaders maar verspreidden zij zich (zie afbeelding van Ascension in: Joh. van Keulen, de Nieuwe groote lichtende zeefakkel V, Amsterdam 1681-1684, p. 20; verwijzing van mevrouw Dr. M.A.P. Meilink-Roelofsz, brief d.d. 29 nov. 1967).
Als we het jaartal als 1608 of 1609 lezen, dan wordt aannemelijk dat de vloot is voorgesteld van Pieter Willemsz Vehoeven, die op 22 december 1607 uitzeilde met 13 schepen, evenveel als er op het schilderij voorkomen (idee van mej. M. Kok, aantekening op het AHM). Deze vloot telde zes schepen van de kamer van Amsterdam, drie van die van Zeeland, twee van Rotterdam, één van Delft en één van Hoorn. Van de op het schilderij nog te onderscheiden vlaggen hebben, van links naar rechts geteld, de schepen 1, 4, 7 en 11 een Amsterdamse, 2 en 8 een Zeeuwse en 6 een Hoornse vlag. Aan boord waren 18 à 1900 man, 377 stukken geschut en leeftocht voor drie jaar. Op 21 januari 1608 bereikte men de Canarische, op 3 februari Ile de Mayo op de Kaapverdische eilanden. Het is niet zeker of de vloot van Verhoeven Ascension heeft aangedaan. Wel verbleef men van 14 mei tot 9 juni, om van de scheurbuik te bekomen, op St. Helena. Mogelijk is Verhoevens vloot voor dat eiland weergegeven. Het profiel klopt dan niet al te zeer, doch op een weergave uit 1608/1609 kan dat geen verbazing wekken (zie over deze tocht: Journael ende Verhael van alle hetgene dat ghesien ende voorghevallen is op de Reyse, Gedaen door den E. ende Gestrengen Pieter Willemsz. Verhoeven, Admirael Generael over 13 schepen, gaende naar de Oost-Indiën .. In den Jare 1607, in: Begin ende Voortgang van de Vereenigde Neederlantsche Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie II, 1645; zie cat. tent. 1967). ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
De vloot telde zes schepen uit Amsterdam, drie uit Zeeland, twee uit Rotterdam, een uit Delft en een uit Enkhuizen.
Vermoedelijk is dit de vloot van Pieter Willemsz. Verhoeff, die op 22 december 1607 uitzeilde naar Azië. De schepen lagen van 15 mei tot 2 juni bij St. Helena, waar men water en vers voedsel innam. Dit was dringend nodig omdat er scheurbuik was uitgebroken onder de ca. 1800 koppen tellende bemanning. Tot de wapenstilstand van 1609 was Nederland in oorlog met Spanje en Portugal. In juli en augustus 1608 voerde de vloot operaties uit tegen de Portugezen in Mozambique. In de tweede helft van september beschoten de schepen Goa, hoofdplaats van het Portugese rijk in Azië. ( Lodewijk Wagenaar)
Tentoonstellingstekst
Vermoedelijk is dit de vloot van Pieter Willemsz. Verhoeven, die in 1607 uitzeilde naar Oost-Indië. De schepen kwamen in mei van het volgende jaar aan op Sint-Helena, waar men vers voedsel en water kon innemen. Dit was dringend nodig omdat er scheurbuik was uitgebroken. Het hier afgebeelde eiland is waarschijnlijk Sint-Helena of Ascension. De vloot bestond uit 6 schepen uit Amsterdam, 3 uit Zeeland, 2 uit Rotterdam, 1 uit Delft en 1 uit Hoorn. De herkomst van enkele schepen is vast te stellen aan de hand van hun vlaggen. De Amsterdamse vlag heeft 3 Andries-kruisen, de Zeeuwse een uit het water oprijzende leeuw en die van Hoorn een hoorn. De bemanning bestond uit 1800 tot 1900 koppen en de vloot beschikte over 377 stukken geschut.