Leendert Overbeek, staande voor de schildersezel met palet en penselen in de hand, introduceert met een handgebaar de familie bij de beschouwer. Geheel links zitten de ouders. Daarnaast volgen de twee ongetrouwde zonen en naast deze het jonge gezin van Lambert Overbeek, staande in een licht roze kostuum achter de tafel. Zijn vrouw houdt hun dochtertje op schoot. Aan de muur hangen de portretten van de dochter Johanna Overbeek met haar zoontje en haar man. Op de ezel een portret van Leenderts vrouw en zijn zoontje. Naast de schilder staat diens nog ongehuwde zuster Maria. De zware Lodewijk XVI betimmering, groen met grijs lijstwerk, die qua stijl denkbaar is in de periode, waarin het schilderij ontstond (1784), berust waarschijnlijk op fantasie. De tafel en de stoelen daarentegen stammen uit de tijd van het huwelijk van Lucas Overbeek, omtrent het midden van de eeuw.
Herkomst
Verzameling Mej. Agatha Overbeek, Haarlem; aankoop op veiling, Amsterdam (Mak van Waay), 2 juni 1970
De schilder Leendert Overbeek introduceert zijn familie. Geheel links zitten zijn ouders, de tingieter Lucas Overbeek en zijn vrouw Maria Everaerds. De jonge vrouw met het kind op schoot achter de tafel is Catharina Dronrijp. Haar man Lambert Overbeek staat naast haar, in roze kostuum. De overige personen in de ruimte zijn twee ongetrouwde zonen en een ongetrouwde dochter van de familie. Om de voorstelling te verlevendigen portretteerde Overbeek enkele familieleden op schilderijen in het schilderij. Op de ezel staat het portret van zijn eigen vrouw Agatha Johanna Backer met hun zoontje Lucas Frederik. De opvallende Lodewijk-XVI betimmering van de kamer is waarschijnlijk gefantaseerd.
Catalogus AHM 1975/'79
Leendert Overbeek, staande voor zijn schildersezel, met palet en penselen in de hand introduceert met een handgebaar zijn familie aan de beschouwer. Geheel links zitten de ouders, de tingieter Lucas Overbeek en zijn vrouw Maria Everaerds, die te Haarlem het huis op de hoek van de Grote Houtstraat en de Oude Gracht bewoonden. Daarnaast de twee ongetrouwde zonen Hendrik en Vincent, gevolgd door Lambert Overbeek, zijn dochtertje Maria Catharina en zijn vrouw Catharina Dronrijp. Aan de muur portretten van de dochter Johanna Overbeek met haar zoontje Jan Jacob en van haar man Jan de Vries. Op de schildersezel het portret van de vrouw van de schilder, Agatha Johanna Backer met hun zoontje Lucas Frederik. Geheel rechts staat Maria Overbeek, een ongehuwde zuster van de schilder.
Lucas Overbeek heeft in een onderhandse acte van 1789 de wens uitgesproken dat het familieportret steeds bij de oudste in leven zijnde Overbeek bewaard moest worden. Een tekening in rood krijt in het Rijksprentenkabinet (verz. Gerritsen) gaat door voor een voorstudie voor het portret van de schilder zelf (zie: Van HALL, die ook portretten van Overbeek, door W. Hendriks en J.W. Geldorp vermeldt). Deze tekening, die het geschrift draagt "L. Overbeek del", toont een ten voeten uit staande man met palet en schilderstok in de linkerhand, terwijl hij tekent met zijn rechter. Hij is (anders dan de schilder op ons schilderij) van terzijde gezien en is ook heel anders gekleed. Het is dus de vraag of dit blad inderdaad een voorstudie is voor ons schilderij. ( Albert Blankert)