Tentoonstellingstekst
Een vrouw met een kruiwagen vol groenten passeert een slagerij, waar een geslacht varken op een ladder hangt. Drie kinderen vermaken zich met de blaas van het dier. Op de markten van Amsterdam waren het vooral vrouwen die zich met de verkoop van etenswaren bezig hielden. Voor de verkoop van groenten had je slechts een kruiwagen en een beetje geld voor de inkoop nodig. Het beroep van ‘groenvrouw’ was dus een redelijk gemakkelijke manier om aan geld te komen voor de armere Amsterdamse vrouwen.
In 1981 kocht het museum bij een kunsthandel in Londen het schilderij ‘Groentevrouw met in de achtergrond de Haarlemmerpoort’ van Michiel van Musscher. Bij röntgenonderzoek kwam onverwacht aan het licht dat onder de zichtbare verflaag, linksvoor tegen de overkapping, een open karkas van een varken op een trapleer was geschilderd. Blijkbaar was eerst het varken op de leer als onprettig beeldelement ervaren en overschilderd. In 1983 werd de overschildering weer verwijderd en kwam het varken weer tevoorschijn.
Een varken, os of koe op de leer werd vaker geschilderd in de zeventiende eeuw. Het ophangen van het karkas diende om het vlees te laten besterven. De organen werden er uitgehaald om bederf te voorkomen. Dit verklaart gelijk hoe de kinderen de blaas hebben bemachtigd, die zij aan het opblazen zijn. Beide beeldmotieven, het varken en de kinderen met de blaas, zijn misschien bedoeld als verwijzing naar de eindigheid van het aardse bestaan.
De Haarlemmerpoort werd tussen 1615 en 1618 door Hendrick de Keyser gebouwd. In 1837 werd hij gesloopt om te worden vervangen door de poort die nu nog op het Haarlemmerplein staat. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
In 1981 werd voor het museum het schilderij ‘Groentevrouw met in de achtergrond de Haarlemmerpoort’ door Michiel van Musscher aangekocht. Het was een mooie aanvulling op de voorstellingen van de Haarlemmerpoort die tussen 1615 en 1618 door Hendrick de Keyser was gebouwd, maar in 1837 werd gesloopt en vervangen door de huidige Haarlemmerpoort (vgl. afb. xxx). Bij nadere bestudering bleek dat onder de verflaag aan de linkerkant van het schilderij een open karkas van een varken op een trapleer was geschilderd. Blijkbaar was de voorstelling eerder als onprettig ervaren en had men het uitgebeende varken overschilderd.
De overschilderingen zijn in 1983 verwijderd en in de huidige staat toont het schilderij een vrouw met een kruiwagen vol met groenten naast een geslacht varken dat op een juk aan een ladder is opgespalkt. Links naast het varken spelen drie kinderen met de blaas van het dier. Achter de kinderen begint een rij met hoge huizen, waarvan de eerste een slagerij is zoals ook aan het uithangbord is te zien. Ernaast is een bakkerswinkel, een school en verder nog andere winkels waarvan de uithangborden onduidelijk zijn. Aan het einde van de huizenrij is een deel van het Haarlemmerplein met allerlei bedrijvigheid afgebeeld met de Haarlemmerpoort. De straat waarin deze scène is gesitueerd, is de zuidzijde van de Haarlemmerdijk, ter hoogte van de Baanbrugsteeg.
Het op een ladder gespalkte varken komt in de schilderkunst van de 17de eeuw vaker voor, meestal in combinatie met een paar kinderen die op de blaas van het dier blazen. Zeer waarschijnlijk was deze voorstelling een verwijzing naar de betrekkelijkheid en eindigheid van het aardse leven. Zo is bij een prent van Jan Luiken uit 1712 met een voorstelling waarop kinderen op een blaas blazen te lezen:
Hoe sterk gij blaast, o waerelds Kind!
Gij vangt doch anders niet als wind.
Wat is de Waereld, die het ziet?
Een blaas vol wind en anders niet.
De meeste van dergelijke voorstellingen zijn in een stal of keuken gesitueerd. Van Musscher heeft de scène echter in de buitenlucht geplaatst. Verder heeft Van Musscher een groentevrouw aan de voorstelling toegevoegd. Een schilderij met deze thematiek is alleen nog bekend van Bartholomeus van der Helst uit 1666. Dit schilderij, dat zeer uitzonderlijk in het oeuvre van deze portretschilder is, toont een uitzicht uit zijn eigen huis op de Nieuwmarkt met een uitzicht op de Antoniswaag en heeft hij waarschijnlijk voor zichzelf geschilderd. De opbouw van dit schilderij is hetzelfde als dat van Van Musscher en ook de details komen overeen. Zo zijn er in de kruiwagen van beide vrouwen dezelfde soorten groenten afgebeeld: bloemkool, witte kool, groene kool, aardappels en bieten. Zeer waarschijnlijk heeft Van Musscher dit schilderij van Van der Helst gekend, over een relatie van de twee schilders is echter geen document overgeleverd.
Michiel van Musscher had zich op 23-jarige leeftijd in het jaar van het ontstaan van dit schilderij in Amsterdam gevestigd en bleef daar werkzaam tot het jaar van zijn dood 1705. Hij was oorspronkelijk afkomstig uit Rotterdam en had zijn opleiding gehad bij verschillende schilders in Leiden, Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Van Musscher werd een geliefd portrettist van de burgerij. In de collectie van het AHM bevinden zich verschillende portretten van zijn hand. Het portret van de belastingontvanger Barend van Lin (ca. 1641-1705) met zijn jongere broer en zwager van 1671 is een voorbeeld van een portret in een genre-achtige omgeving waarin Van Musscher zich in de vroege jaren in specialiseerde. Later zou hij in een meer Franse trant gaan werken zoals de portretten van Hendrick Bicker en Maria Schaep tonen. ( Judith van Gent)
Tentoonstellingstekst
Een vrouw met een kruiwagen vol groenten passeert een slagerij, waar een geslacht varken op een ladder hangt. Drie kinderen vermaken zich met de blaas van het dier.
De Haarlemmerpoort op de achtergrond, gebouwd in de jaren 1615-’18, situeert het tafereel op de Haarlemmerdijk. Door middel van uithangborden prijzen de winkeliers hun waren aan. Vele 17de-eeuwse schilderijen met voorstellingen uit het dagelijks leven hebben een betekenis. Het geslachte varken kan duiden op de betrekkelijkheid van het aardse leven, juist in combinatie met kinderen die met de blaas van het varken spelen. Een gezegde luidt: ‘Wat is de Waereld, die het ziet? een blaas vol wind en anders niet ...’
Michiel van Musscher was afkomstig uit Rotterdam en vestigde zich in Amsterdam in 1668, het jaar waarin hij dit schilderij vervaardigde. Hij schilderde voornamelijk kleinfigurige portretten en interieurs.
Tentoonstellingstekst
Vaak hebben taferelen uit het dagelijks leven in de 17e eeuw een extra betekenis. Het motief van een geslachte os of varken duidt mogelijk op de betrekkelijkheid en eindigheid van het aardse leven, zeker in combinatie met kinderen die met de blaas van het varken spelen. Een gezegd luidt: 'wat is de Waereld, die het ziet? Een blaas vol wind en anders niet...'
De Haarlemmerpoort op de achtergrond werd in de jaren 1615-1618 door Hendrick de Keyser en werd in 1837 gesloopt.