Tentoonstellingstekst
Jan Valckenier (1522–1592) handelde in stokvis, die hij importeerde uit Noorwegen. Ook was hij handelsagent van de Deense koning in Amsterdam. In 1564 pleitte Valckenier met andere kooplieden voor meer invloed in de stadsregering, waarna hij werd verbannen. Enige jaren daarvoor liet hij zich met zijn vrouw Trijn Tengnagel (ca. 1530/’35-1562) en hun kinderen portretteren. Twee vroeg gestorven zoontjes zijn in hun doodshempjes afgebeeld. ( Laura van Hasselt)
Tentoonstellingstekst
Jan Jelisz Valckenier (1522–1592) was handelsvertegenwoordiger van de koning van Denemarken in Amsterdam. Valckenier handelde in stokvis, die hij importeerde uit Bergen, Noorwegen. De gebeukte en gevouwen stokvis in zijn linkerhand is een verwijzing naar zijn beroep. In zijn rechterhand heeft hij een aanbevelingsbrief. Valckenier staat afgebeeld met zijn tweede vrouw, Marij Jansdr. Tengnagel, en met negen van hun tien kinderen. Linksonder zijn twee vroeg gestorven zoontjes in doodshemd afgebeeld. Het gebarsten ei van het broertje ernaast verbeeldt het in de knop gebroken leven van deze broertjes. De vierde dochter werd geboren in 1560. Moeder Tengnagel stierf in 1562, zodat het schilderij vrij nauwkeurig is te dateren.
Catalogus AHM 1975/'79
Bovenaan links van het midden en geheel rechts familiewapens. De man draagt in zijn linker hand een briefje met het opschrift: "Dem Ersamen und fromen Johan Valkenier tzeko(m)men desen briff in eigene(n?) handen. f g". De laatste twee letters beduiden waarschijnlijk "fiat gratia", d.w.z. loont de brenger (schriftelijke mededeling van Dr. J. van der Gouw te Voorschoten, die verder van mening is dat het handschrift zeer goed van ca. 1560 kan dateren). De Vries meent dat het stuk in het atelier of de omgeving van Dirck Jacobsz werd geschilderd. Hoogewerff acht het, m.i. ten onrechte, van dezelfde hand als o.a. ons cat.nr. 197 en schrijft het, met dat schilderij, aan "Meester Herman" toe en dateert het op grond van de costuums omstreeks 1550-1556.
Het voorwerp dat de man in de hand houdt lijkt een stuk vlees te zijn; de betekenis daarvan is niet duidelijk.
Jan Gilliszoon Valckenier werd geboren te Kampen in 1522. Hij huwde te Bergen in Noorwegen. Na het overlijden van zijn eerste vrouw vestigde hij zich opnieuw te Kampen, vervolgens in Amsterdam, waar hij voor 17 april 1550 met Mary Jansdr. Tengnagel huwde. In 1557 woonde hij op de Oudezijdsvoorburgwal. Vóór de alteratie van 1578 werd hij "om de Religie vervolgt, en bij een Billet aangezegt de stad Amsterdam te ruimen; edog hij wist secretelyk van den Koning van Denemarken een commissie als agent ter verkrijgen en zette dus den Koophandel op Noorwegen voort" (Genealogie van het geslagte Valckenier, in: A. Ferwerda, Adelijk en aanzienelijk Wapen-boeck van de zeven provincien .. II, Leeuwarden 1763).
Later was hij, behalve lakenkoopman, gezant der Algemene staten aan de hoven van Denemarken en Holstein. Hij stierf te Amsterdam op 29 januari 1592 en werd drie dagen later in de Oude Kerk begraven. Uit zijn tweede huwelijk werden tien kinderen geboren: Twee zonen Willem, die vroeg overleden, zeer waarschijnlijk de twee uiterst links in lijkkleren afgebeelde kinderen. Een zoon Jacob, van wie slechts bekend is dat hij in het huwelijk is getreden. Verder: Gillis (Amsterdam 1550 - Amsterdam 1613), Marij (huwt 1570 te Amsterdam), Grietje (Amsterdam 1553 - Amsterdam 1621), Jan (huwde in 1585 te Deventer, opnieuw in 1593 in Delft), Trijn (Amsterdam 1560 - Amsterdam 1621), Cornelis (1562 - Amsterdam 1626) en Machteld (overleden te Amsterdam in 1617).
De zoons werden, evenals hun vader kooplieden. Gillis bracht het tot Raad der Admiraliteit van Amsterdam. De dochters huwden bijna allen met mannen die Raad, Schepen of Burgemeester van Amsterdam werden (deze gegevens naar: ELIAS I, blz. 9, 161, 173, 410-411; II, blz. 570; brief van Jhr. Drs. H.S. van Lennep, d.d. 27 juni 1971 en een notitie in de museumdocumentatie (ontleend aan het Gemeentearchief ?), waarin de namen van de zonen van Willem en Jacob vermeld worden).
Omdat negen van de tien kinderen zijn afgebeeld van wie Trijn in 1560 geboren werd en de vrouw in 1562 overleed, moet het schilderij tussen 1560 en 1562 zijn ontstaan. ( Albert Blankert)
Jan Jelisz. Valckenier en zijn gezin, ca. 1560
Kunstenaar onbekend, tweede helft 16de eeuw
Jan Jelisz Valckenier (1522-1592) was handelsvertegenwoordiger van de koning van Denemarken in Amsterdam. Valckenier importeerde stokvis uit Noorwegen. De gebeukte en gevouwen stokvis in zijn linkerhand is een verwijzing naar zijn beroep. In zijn rechterhand heeft hij een aanbevelingsbrief. Valckenier staat afgebeeld met zijn tweede vrouw, Marij Jansdr. Tengnagel, en met negen van hun tien kinderen. Linksonder zijn twee vroeg gestorven zoontjes in doodshemd afgebeeld. Het gebarsten ei dat het broertje ernaast in zijn hand houdt, verbeeldt het in de knop gebroken leven van zijn twee broertjes. De vierde dochter werd geboren in 1560. Het schilderij is vrij nauwkeurig te dateren, want moeder Tengnagel stierf in 1562.
Bruikleen Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Amsterdam
Literatuur
S.A.C. Dudok van Heel, ''Een kooplieden-patriciaat kijkt ons aan of de emancipatie van het Amsterdamse portret tot 1578'', in: Renée Kistemaker en Michiel Jonker (red.), De smaak van de elite : Amsterdam in de eeuw van de beeldenstorm (Amsterdam 1986), p. 19-39