opschrift voorkant, op baal links: X 13
opschrift voorkant, op baal links: X 14
bruikleen 1962-02
inv.nr. SB 4786 in depot
Gezicht op de Dam uit de richting Vijgendam. Rechts achter het paleis rijst een toren op, die in 1645 werd ontworpen voor de Nieuwe Kerk, maar behalve het onderste deel, niet is uitgevoerd. Rechts op het tweede plan de Waag, links een rij huizen. Het tafereel is met talrijke personen gestoffeerd. Op de voorgrond links, een man die een kar met balen trekt en rechts een koopman met een kruiwagen vol vruchten. Bij de linker figuur twee kinderen.
Herkomst
Legaat van mevrouw. M.A. Domela Nieuwenhuis-Meyer aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap; bruikleen aan Rijksmuseum, 1926; bruikleen aan het AHM, 1962
Het stuk was vroeger vals gemerkt: "J.Steen". Tot dusver toegeschreven aan Hendrick van den Burgh. Er is echter geen met zekerheid aan die meester toe te schrijven werk bekend dat op het onze lijkt. De onbeholpen, naïeve schilderwijze doet denken aan de stadsgezichten van Jacob Vrel (werkzaam 1654-1662). Vergelijk diens gemerkte schilderijen: Amsterdam Rijksmuseum, cat. 1934, nr. 2600; veiling Hoogendijk, Amsterdam (F. Muller), 28 april 1908, nr. 144, met afb.; Hamburg, Kunsthalle, cat. 1930, nr. 228; Hartford, Conn., USA, Wadsworth Atheneum. Daarop zijn sloppen en stegen weergegeven, op ons stuk het gehele Damplein. Ook het grote formaat, waarin bovendien de figuren een zeer forse plaats innemen treft men bij Vrel zelf niet aan.
Rechts achter het stadhuis de in 1645 ontworpen maar niet uitgevoerde reusachtige torenspits van de Nieuwe Kerk. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Deze karakteristieke hoek van Amsterdam, met het nieuwe stadhuis, de Nieuwe Kerk en de Waag, was een geliefkoosd onderwerp voor schilders. Opvallend is dat hier de toren van de Nieuwe Kerk is afgebeeld, terwijl deze in werkelijkheid nooit werd gebouwd. Deze kerk, waarvan de oudste delen dateren uit het begin van de 15e eeuw, is verschillende malen door brand geteisterd. Toen dat in 1645 opnieuw het geval was geweest, kwamen er weer plannen op tafel voor een toren. De palen daarvoor waren al een eeuw eerder geheid. Enkele burgemeesters hielden de bouw echter tegen. Waarschijnlijk vreesden ze dat een hoge toren hun nieuwe stadhuis letterlijk en figuurlijk zou overschaduwen. Alleen de voet van de toren kwam gereed.