Twee fragmenten in een lijst: processie en knielende vrouw. Onderaan de vrouw geknield bij het vuur, in het midden wordt de hostie in de ciborie gelegd en boven wordt de hostie in processie gebracht.
Herkomst
Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente; College van Amsterdam
Eén van de belangrijkste gebeurtenissen in de vroege geschiedenis van Amsterdam is het Mirakel van Amsterdam, een wonder dat zich afspeelde in 1345. Op 15 maart van dat jaar krijgt een zieke oude man de laatste sacramenten toegediend. Hij braakt de hostie echter uit met zijn voedsel, waarop zijn verzorgster het braaksel in het vuur werpt. De hostie blijkt echter ongevoelig voor het vuur. De verzorgster haalt hem de volgende dag, zonder zich te branden uit de nasmeulende haard en legt hem in een kist. Ze waarschuwt de priester die het sacrament heeft toegediend. Hij neemt de hostie mee naar de Oude Kerk. De volgende dag ligt de hostie echter weer in de kist bij de oude man in huis. De priester besluit dat de hostie dit keer in een eerbiedige processie moet worden vervoerd naar de kerk. De plek van dit wonder in de Kalverstraat werd al gauw na dit wonder een bedevaartsoord. In 1347 komt de hostie in een monstrans op een altaar in het tot kapel omgebouwde huisje te staan, waar vele pelgrims het zullen bezoeken. De doeken van Jacob Cornelisz van Oostsanen zijn incompleet overgeleverd. Oorspronkelijk was het hele doek een lange, horizontale
banier met de zeven belangrijkste scènes uit het verhaal. Het bevond zich oorspronkelijk in de Nieuwezijds Kapel, die op de plek van het wonder gebouwd was. De overgebleven acht fragmenten laten enkele van die scènes uit de geschiedenis van het Mirakel zien. ( Tom van der Molen)
Tentoonstellingstekst
Deze twee beschilderde doeken behoren tot een beeldverhaal over het Amsterdamse hostiewonder van 1345. Het rechterfragment laat het vervolg zien op de gebeurtenissen die zijn verbeeld op het grote doek hier tegenover. De vrouw die de wonderbaarlijke hostie heeft gevonden, waarschuwt een priester, die hem meeneemt. De hostie keert echter vanzelf terug naar de plaats van het wonder. Daarop plaatst de priester de hostie in een monstrans en brengt deze in processie naar de Oude Kerk. Links is dezelfde priester afgebeeld in gebed. De Heilige Stede, de kerk waar de hostie werd bewaard, werd na een brand in 1452 groots herbouwd. Aan het begin van de 16de eeuw volgde een uitgebreide decoratie-campagne van het gebouw. Daartoe behoorden zeer waarschijnlijk deze schilderingen. Jacob Cornelisz heeft in dezelfde tijd glas-in-loodvensters voor het gebouw ontworpen. Ook heeft hij houtsneden vervaardigd van het Mirakel van Amsterdam.
Amsterdam Museum, bruikleen Protestantse Gemeente, Amsterdam / on loan from the Protestant Congregation in Amsterdam