Toont Verkolje zich in zijn historiën een meester van vertelkunst, in zijn allegorieën schotelt hij ons minstens zo theatrale tableaux-vivants voor. De Allegorie op de Amsterdamse Kamer van de Verenigde Oost-Indische Compagnie is waarschijnlijk in opdracht vervaardigd naar aanleiding van het eerste eeuwfeest van de V.O.C. in 1702. Gezeten op een troon is de Amsterdamse Kamer van de V.O.C.: een vrouwenfiguur in wapenrusting, getooid met een schepenkroon. In haar rechterhand houdt zij een zwaard met een lauwerkrans – een verwijzing naar Oost-Indië – en in haar linker documenten, waaronder het octrooi van de Compagnie uit 1602. Met haar voet steunt zij op een schildpad, symbolisch voor een goede bewindvoering. Links en rechts zijn de wapens van de Republiek en Amsterdam te zien en boven de troon het logo van de Amsterdamse V.O.C.-kamer. Vlak ernaast staat de handelsgod Mercurius. Rechts vertoont de zeegod Neptunus zich aan de oever. De twee zuilen en het schip verwijzen naar het bevaren van verre zeeën. Twee putti storten hun Hoorn des Overvloeds leeg naast de personificatie van de Zeevaart, die is voorzien van een roer, een kompas, een plattegrond en een Jacobsladder. Zij onderhoudt zich met de personificatie van de Trouw aan de linkerzijde, herkenbaar aan de sleutel en de hond aan haar voeten. ( Norbert Middelkoop)
Tentoonstellingstekst
Op 20 maart 1702 bestond de VOC honderd jaar. Een gedenkpenning en een schilderij bracht deze gelegenheid in herinnering. De Kamer Amsterdam wordt voorgesteld door een vrouw. Achter haar staat Mercurius, beschermgod van de handel. De jacobsstaf op de voorgrond, een instrument om de breedtegraad aan boord te bepalen, is een verwijzing naar scheepvaartactiviteiten van de VOC. Het schip dat de 'Zuilen van Hercules' (Gibraltar) voorbij vaart, toont aan de zijkant schilden met de namen zes VOC-steden; Amsterdam daarvan is het best herkenbaar. Het schilderij is geïnspireerd op de voorstelling op een penning van Regnier Arondeaux, die in opdracht van de VOC in 1702 een penning vervaardigde ter herinnering aan het 100-jarig bestaan van de VOC.