opschrift linksonder: v. dyck
: eerder toegeschreven aan Anthony van Dyck
: opschrift in een latere hand
merk linksonder: Sir Thomas Lawrence
: eigendomsmerk
: Lugt, 2445
merk verso doublure: MF: MF ineen, Museum Fodor
: Lugt, 1036
opschrift linksonder: 300
: aankoopprijs op veiling in 1845 door Fodor, C.J. (?)
opschrift rechtsonder: 52
: Cat.nummer Museum Fodor, 1863
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10152 in depot
Herkomst
Coll. J. Barnard (volgens de Woodburn-catalogus 1835); coll. Sir Thomas Lawrence; coll. Six van Hillegom, veiling Amsterdam (J. de Vries, A. Brondgeest, C.F. Roos en W.J.M. Engelberts) 7 juli 1845 en volgende dagen, Kunstboek F, nr. 268: 'A van Dijk. De bespotting van Christus door de krijgslieden, eene rijke ordonnantie; uitmuntend fraai met de pen en bruine inkt.' (Fl. 300,- aan Fodor); Legaat C.J. Fodor, 1860
Dit blad maakt deel uit van een serie compositieschetsen voor Van Dycks Doornenkroning (ca. 1618) dat zich in het Kaiser-Friedrich-Museum in Berlijn bevond. Dit schilderij is in de Tweede Wereldoorlog vernietigd, waardoor we het werk alleen van een zwart-wit foto kennen. Samen met een gewijzigde versie van het Berlijnse werk in het Prado te Madrid, bieden de overgeleverde schetsen een inzicht in het ontwerp proces van Van Dyck. De opdrachtgever voor het Duitse schilderij is niet bekend, de eerste vermeldingen van het schilderij komen uit de achttiende eeuw.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat er op de verso van dit blad ook een tekening staat (papierrestaurator Francoise Richard heeft voor het eerst de tekening op de verso aangetoond). Het papier is gedoubleerd waardoor de verso tot voor kort niet zichtbaar was met het blote oog. Moderne technieken maken het echter mogelijk om de verborgen tekening gedeeltelijk zichtbaar te maken. Het is niet altijd duidelijk welke lijn tot de recto of de verso behoort en lijndiktes zullen niet altijd overeen komen. Maar de bewerkte foto van de verso geeft een goede benadering van het origineel zonder gebruik te maken van invasieve methoden. Op de verso is wederom een ontwerpschets voor een doornenkroning scene te zien, deze schets is echter minder uitgewerkt dan de recto. De contouren op de tekening laten een zittend centraal figuur omringd door andere figuren zien. Deze compositie is vergelijkbaar met de andere composities in Van Dycks tekeningen en schilderijen met hetzelfde thema. De figuur links voor, met uitgestrekte arm lijkt sterk op eenzelfde figuur in een tekening in het Victoria & Albert Museum. De houding van het centrale Christus figuur komt overeen met de houding van Christus in de twee schilderijen en een tekening in het Louvre. Het knielende figuur, dat op de verso rechts van Jezus te zien is, lijkt ook sterk op de latere geschilderde figuren. Het is duidelijk dat in de schets op de verso diverse elementen uit de verschillende getekende composities samenkomen, hierdoor is de verso dan ook aan Van Dyck toe te schrijven.
Over het algemeen wordt de chronologische volgorde van de tot voor kort vier bekende compositieschetsen als volgt weergegeven: de tekening in Londen wordt als het oudst beschouwd, hierna volgt de recto van het Amsterdamse blad, daarna de tekening in het Petit Palais en van de tekening in het Louvre wordt aangenomen dat dit getekend is na voltooiing van het schilderij. Doordat er op de verso, net als op de Londense tekening, een gestrekte arm links van Christus te zien is maar in de compositie verder meer gelijkenissen vertoond met de overige tekeningen, is het waarschijnlijk dat de verso na het Londense blad gemaakt is. De verso lijkt chronologisch voor de recto gemaakt te zijn. Op de recto zien we namelijk ook een zittend figuur echter met een gebogen arm. Hiermee wordt de verso ook chronologisch voor de tekening in het Petit Palais is geplaatst. De houding van Christus op het Franse blad wijkt te sterk af van de Amsterdamse tekening om de verso na dit werk te kunnen plaatsen. ( Mike Hermsen)