signatuur/datering links onderaan: B. Picart fecit 1725.
nummer verso, links onderaan: 1773
: Beck 1982, pp. 118-119
merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
nummer verso, rechts onderaan: 140
watermerk: gekroond wapenschild met posthoorn, eronder symbool 4 en LVG
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10251 in depot
Herkomst
Veiling H. Busserus, Amsterdam, 12 augustus 1782 e.v.d., in Atlas van Amsterdam, deel 10: 'Paaschfeest, getekent door B. Picart.' (Atlas van Amsterdam, deel 10, f 21:-:- aan Joh. Sluyter); Collectie J. Goll van Franckenstein, (?) Veiling Amsterdam, 1 juli 1833 e.v.d., Kunstboek RR, in nr. 19: 'Door B. Picard. Elf stuks met voorstellingen van Joodsche Godsdienstpligten. Als voren [met de pen, o.i. inkt en wit].' (f 28,- aan Brondgeest); Veiling J.G. Baron Verstolk van Soelen, Amsterdam, 22 maart 1847 e.v.d., nr. 410: 'La fête de Pâques des Israëlites Portugais. Dessin … la plume et … l'encre de la chine, par le même [B. Picard].' (f 321,- aan Brondgeest, nrs. 401-414 en 417); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
De eerste twee avonden van het joodse Pasen (Pesach) worden in huiselijke kring gevierd met een maaltijd. Het verhaal van de uittocht uit Egypte wordt tijdens deze Sederavonden voorgelezen uit de haggada. De vertelling wordt gecombineerd met het eten van gerechten die symbolisch zijn voor gebeurtenissen tijdens de uittocht: matzes, mierikswortel, een lamsbotje en een zoet mengsel van appel en vijgen.
De mensen aan tafel hebben hun haggada geopend. Het hoofd van de familie breekt de matze om deze te verdelen over alle aanwezigen. De symbolische gerechten liggen in het midden op tafel; onder de prent die naar de tekening is gemaakt worden de gerechten benoemd (afb. a).
In een biografie van Picart tekende zijn weduwe op, dat de kunstenaar vier jaar lang vergeefs probeerde de huiselijke viering van een Sederavond mee te maken. Het was Alvaro Nunes da Costa (1666-1736) die Picart ten slotte vroeg de viering in zijn huis aan de Nieuwe Herengracht 49 te Amsterdam bij te wonen. De personen rond de tafel kunnen mogelijk als volgt worden ge‹dentificeerd. Rechts zit Alvaro Nunes da Costa. De man, die de matze breekt zou zijn schoonzoon Emanuel Jacob Curiel (1688-1754) kunnen zijn. De jongeman zonder hoed is vermoedelijk zijn zoon Nathan (1711-1757) - en niet Picart zelf. Zijn dochter Violante Curiel (1714-?) zit in het midden. De oudere vrouw, naast Alvaro zou diens schoonzuster Violante Abbas (1658-1727) kunnen zijn, met naast haar haar dochter Abigael (1686-1739). De identiteit van de vrouw, die het stukje matze aanpakt, is niet bekend. De moorse knecht op de voorgrond eet gewoon mee. Hij zorgt voor de wijn die ter koeling in een teiltje water staat. ( Ingrid Oud)