signatuur/datering midden onderaan: C. Troost 1742
merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
nummer verso, rechts in potlood: 210
watermerk: Contramerk IV
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10326 in depot
Herkomst
Veiling H. van Eyl Sluyter, Amsterdam, 26 september 1814, Kunstboek P, nr. 17: 'Twaalf stuks, voorstellende de twaalf Maanden des Jaars, op eene geestige wijze verbeeld door dagelijksche voorvallen in het Burgelijke leven. Met pen en o.i. inkt door C. Troost.' (f 48,- aan Roos); (?) Veiling J.G. Baron Verstolk van Soelen, Amsterdam, 22 maart 1847, Kunstboek T, nr. 615: 'Corneille Troost. Cinque dessins burlesques, savoir: de la fˆte des Rois, du premier Mai, ou le jour de d‚m‚nagement; du premier Avril; du mois de Mars; et du mois de F‚vrier, ou du Mardi gras.' (f 200,- aan Brondgeest); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Hoewel het begin van maart nog erg koud kan zijn, is de echt strenge vorst toch wel verdwenen. De temperatuur gaat langzamerhand stijgen en de natuur ontwaakt uit haar winterslaap. Tuinen worden op orde gemaakt. Het wordt weer tijd voor het planten van nieuwe gewassen en bomen. Typische bezigheden voor de maand maart, zoals de tekening van Cornelis Troost (1696-1750) laat zien: de heer des huizes staat met zijn vrouw en dochtertje toe te kijken hoe twee mannen bezig zijn een nieuwe boom te planten, nadat de oude is geveld. ( Nel Klaversma)
Catalogus tekeningen AHM 1999
Troost heeft met het op orde maken van de tuin de maand Maart uitgebeeld. De heer des huizes staat met zijn vrouw en dochtertje toe te kijken hoe twee mannen bezig zijn een nieuwe boom te planten, nadat de oude boom is geveld. Hij is gekleed in een 'Japonse rok', de Hollandse variant van de Japanse kimono.
Achter de ramen van de theekoepel is een verliefd paartje te zien. Wellicht treft de zoon des huizes hier heimelijk ‚‚n van de dienstmeiden. Op de trap staat een ander dienstmeisje dat met haar vinger voor haar mond gebaart stil te zijn. Dit gebaar doet denken aan de Luistervink van Nicolaes Maes (1634-1693) uit 1657, waar een dienstmeisje een vrijend paartje heeft betrapt. Ook het spel van de katten in de dakgoot duidt op het prille voorjaar. ( Leonoor van Oosterzee)