merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10379 in depot
Herkomst
Veiling H.H. Klijn, Amsterdam, 27 mei 1856, Kunstboek M, nr. 379: 'J. de Wit. De Wetgeving in de Woestijn, met dito [pen], en o.i. inkt, op graauw papier.' (f 4,50 aan de Vries F); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Dit is een van de vele voorstudies voor het schilderij uit 1737, voor de Vroedschapskamer van het stadhuis van Amsterdam (afb. a). Evenals de andere schilderijen en decoraties van het stadhuis, heeft het onderwerp betrekking op de functie van de zaal. De Vroedschap die in deze kamer bijeen kwam, gaf advies aan het College van Burgemeesters, net als de 70 oudsten die Mozes ondersteunden bij de zware taak het joodse volk te leiden (Numeri XI: 16-27).
In 1736 tekende Jacob de Wit een overeenkomst dat hij voor 5000 gulden een historiestuk zou leveren, volgens een eerder aan de Vroedschap voorgelegde schets. De Wit moet toen reeds enkele ontwerpen hebben gemaakt, want in 1735 had hij 100 gulden voor twee schetsen ontvangen.
Bij het ontwerpen van de compositie kon De Wit niet terugvallen op traditionele vormen, want het oudtestamentische onderwerp was tot die tijd zelden afgebeeld. De Wit baseerde zijn ontwerp op de bijbeltekst. Hij maakte tekeningen en schetsen in olieverf alvorens tot de uiteindelijke compositie van het schilderij te komen. Sommige elementen, zoals het tentenkamp en de platte bergen op de achtergrond, veranderden nauwelijks van vorm. Mozes, op dit blad op het middelste plan, komt in latere ontwerpen van de compositie meer naar voren. Achter Mozes is het gordijn van de voorhof geopend zodat de 70 oudsten een blik op het tabernakel kunnen werpen. Boven het tabernakel is de rookkolom te zien waarin de Heer neerdaalde om met Mozes te spreken. De oudsten die rond Mozes zijn afgebeeld, nemen in latere versies een prominentere plaats in. ( Leonoor van Oosterzee)