Nadat Abraham met zijn leger Lot had bevrijd uit de handen van koningen uit het Oosten, keerde hij terug in Jeruzalem. Daar ontmoette hij koning en hogepriester Melchisedek, die hem zegende en brood en wijn bracht (Gen. 14:18-24). Dubourg koos uit dit Oudtestamentische verhaal de ontmoeting van beide mannen. Abraham, gekleed als een Romeins veldheer, knielt voor Melchisedek. Jeruzalem is op de achtergrond zichtbaar.
Louis Fabricius Dubourg was afkomstig uit een Franse hugenotenfamilie, die omstreeks 1680 naar Amsterdam was uitgeweken. Dubourg beoefende de kunsten uitsluitend in zijn vrije tijd. Hij ging weliswaar in de leer bij diverse kunstenaars 'doch niet met oogmerk om hem tot eenen Schilder op te brengen, maer alleen tot voldoeningen van zynen lust, tot dat hij bequaem en out genoeg was om op een comptoir te gaen, en vervolgens te leeren al wat tot de Koopmanschap vereischt wordt', aldus kunstenaarsbiograaf Van Gool. Als leermeesters worden genoemd Jan de Lairesse (1651-1724, broer van Gerard de Lairesse), Jacobus van Huysum (1689-circa 1740) en Gerrit Rademaker (1671-v¢¢r 1731). Na een functie op het stadhuis werd Dubourg in 1718 koster van de gereformeerde Amstelkerk, een erebaan met veel vrije tijd waardoor hij zich veelvuldig aan de kunst kon wijden.
In materiaalgebruik, tekenstijl en formaat sluit dit blad aan bij de Doop van Christus in de Jordaan in het Rijksprentenkabinet, die 1725 is gedateerd, drie jaar eerder dan de tekening in het AHM. Dubourg werd toen in zijn werk sterk be‹nvloed door zijn goede vriend, de Parijzenaar Bernard Picart. Hij werkte als graveur nauw met Picart samen aan diens prentwerken. Behalve op het graveren heeft Dubourg zich toegelegd op het ontwerpen en schilderen van waaierbladen. ( Ingrid Oud)