Napels en omgeving werden pas in de late 18de eeuw vast onderdeel van reizen naar Italië. De ontdekking van Herculaneum in 1738 en van Pompeii, tien jaar later, zal daar veel mee te maken hebben. Beide steden waren in 79 na Christus bij een uitbarsting van de Vesuvius onder de lava bedolven. Geliefde attractie was de bestijging van de Vesuvius, te voet of per draagstoel. Het wemelde er, naar de reisgidsen zeggen, van gidsen die hun diensten aanboden. Giorgio Sommer en Roberto Rive waren de bekendste fotografen die in deze regio werkzaam waren. Hun werk is, wanneer het niet gesigneerd is, lastig van elkaar te onderscheiden. Op de reis die de Willets in 1869-1870 ondernamen was Herculaneum het zuidelijkste punt. In 1869 waren de opgravingen er weer hervat. Rive's foto van Herculaneum is een van de weinige die nauwkeurig gedateerd is: linksonder is de tekst 'No. 391. Scavi di Ercolano del 1869' meegedrukt.