stadskeur basement: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
gehalteteken basement: 934/000
: gehaltemerk staat voor periode 1807-1812
jaarletter basement: C: jaarletter C
: jaarletter C= 1809-1810
meesterteken? basement: DLB: meesterteken met letters D L B in rechthoek
: bron: Citroen 1975, nr. 183; De Lorm 2001, p. 488-489/meesterteken DLB= Diederik Lodewijk Bennewitz (1764 [1785]- 1826)
toetssteek binnenrand deksel (2x) (KA 5554)
legaat 1895
inv.nr. KA 5553, KA 5554
Twee kastanjevazen, elk bestaande uit zilveren houder, urnvormig vat van helder kristal met facet- en diamantslijpsel en los, helmvormig deksel van zilver. Driekantige voet met geprofileerde rand, ingezwenkte zijden en afgeschuinde hoeken. Bovenzijde voet opgelegd met rozet. Op voet een houder in de vorm van een antieke drievoet op leeuwenklauwen, de bovenzijde met drie leeuwenmaskers en een fries met bacchuskoppen en palmetten. De maskers met ringen, door dubbele kettingen met elkaar verbonden. Drie beugels met geribde dop ter ondersteuning van glazen vat. Deksel met vlakke rand, insnoering en bovenzijde met straalsgewijs een krans van godrons. Dekselknop in de vorm van een eikel.
Herkomst
Geschenk aan het echtpaar Holthuysen-Lepeltak, Amsterdam, 1811; legaat van mevrouw S.L.G. Willet-Holthuysen, Amsterdam, 1895
Deze kastanjevazen passen in stijl en uitvoering bij zes kandelaars, in 1810/1812 vervaardigd door Diederik Lodewijk Bennewitz (cat.nrs. KA 5511 t/m KA 5516). Samen vormen deze objecten een meerdelig tafelgarnituur 'à l'antique'. De vazen en de kandelaars waren een huwelijkscadeau van de wederzijdse families aan het bruidspaar Holthuysen-Lepeltak - de ouders van mevrouw Willet-Holthuysen - die op 8 mei 1811 trouwden. De bestelling bleef in de administratie van de firma Bonebakker bewaard. Op 6 mei 1811, twee dagen voor het huwelijk, wordt de aankoop vermeld door de heer Lepeltack van '1 paar castagne vaasen met geslepen cristal & witte ornamenten & kettingen NGK 6:9:7' voor 380 gulden, inclusief een paar blikken bussen om de vazen in op te bergen (geciteerd in: Vreeken 2000, p. 298). Met 'witte ornamenten' worden de mat zilveren maskers en palmetten op de rand bedoeld.
Kastanjevazen en andere voorwerpen met het motief van een antieke drievoet werden in de eerste decennia van de negentiende eeuw veelvuldig door Bennewitz en andere zilversmeden toegepast (Vreeken 2000, p. 299 afb. 2, p. 300 noot 5). Zie ook: Inleiding Vreeken p. X afb. X. Zie over kastanjevazen het commentaar bij cat.nrs. KA 15141-15142. ( Bert Vreeken)