Else Mauhs, actrice
Mühlheim (Duitsland), 25 januari 1885 – Amsterdam, 22 januari 1959
In 1889 kwam Else Mauhs met haar moeder en stiefvader naar Nederland. Zij bezocht de Academie voor Vocale en Dramatische Kunst. Aanvankelijk wilde zij zangeres worden, maar op aanbeveling van de directrice Cateau Esser werd zij toneelspeelster, en wel een van de opmerkelijksten die ons land heeft gekend. Aan het begin van haar toneelcarrière speelde zij bij het Rotterdamsch Toneelgezelschap onder leiding van Van Eijsden, waar zij in 1903 debuteerde als Marthe de Moisand in Paillerons Muisje. Mauhs kreeg van het begin af aan hoofdrollen te spelen
in stukken van verschillend genre, maar ontpopte zich als tragédienne. Zij onderscheidde zich door haar bijzondere speeltrant, die met geen enkele andere stijl te vergelijken was. Arthur Schnitzler schijnt ooit over haar gezegd te hebben: “Zij speelt niet toneel, zij geeft tekens in de
ruimte”. Bij Verkade en Die Haghespelers alsmede het Vereenigd Tooneel kreeg zij de kans haar talenten volop te benutten. De vergeestelijking en psychologische diepgang, die Verkade in toneel zocht, sloot aan bij Mauhs’ eigen denkbeelden. In deze periode werd zij Nederlands
eerste actrice en trad zo in de voetsporen van haar voorgangster Theo Mann-Bouwmeester. Als blijk van bewondering schonk deze haar de Theo Mann-Bouwmeesterring. Mauhs’ fragiele voorkomen gaf haar vertolkingen een extra dramatische dimensie. Van Njoe in het gelijknamige stuk
van Dymov, of Nora in Ibsens Het Poppenhuis maakte zij uiterst breekbare en aangrijpende personages. In 1933 richtte zij samen met Ko Arnoldi en Jan Musch toneelgroep Het Masker op, waaraan zij tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verbonden zou blijven. Van dit gezelschap was zij al die jaren de dragende kracht. “Buiten het spel van Else Mauhs behielden de voorstellingen een rustige middelmaat van weloverwogen evenwicht, nauwgezet in de regie en wars van modernisme. Te onverwachter bloeide daarin de poëzie van haar uiterst genuanceerd en subtiel spel. Legendarisch was zij in de travestierol Franz in Het Adelaarsjong van Rostand, of in haar modern-psychologische vertolking van koningin Elisabeth in Jossets Elisabeth, de vrouw zonder man. Dit was een van haar allerlaatste voorstellingen, aangezien zij tijdens en na de bezetting
niet meer optrad. (De) weergave van haar rijk geschakeerde gevoelsleven (werd) vrijwel altijd verhevigd door een magische uitstraling, die haar spel tijdloos maakte”, oordeelde de acteur Paul Steenbergen. “Zonder twijfel was Else Mauhs een van de grootste en meest gedenkwaardige actrices die ons land ooit heeft gekend. Zij was niet alleen aards ontroerend, maar ook bovenaards betoverend”. ( Liesbeth van Stekelenburg)